Al vanaf het moment dat Bernina, nu ongeveer 5 jaar geleden, de BSR-voet introduceerde ( de Bernina Steek Regulator )  is het een veelvuldig onderwerp van gesprek.

Toendertijd werkte ik op een ander merk naaimachine met vaak veel problemen met spanning, met steeklengte, door draadbreuk etc. etc.  En, hoe dom kun je zijn, ik dacht dat het niet beter kon – dat ik eigenlijk dingen wilde die niet op een gewone huishoudnaaimachine mogelijk waren.

Maar – 10 minuten “vrij machinaal quilten” op de Bernina Aurora 440QE bewees het tegendeel. Ik was letterlijk verkocht. Verliefd op een naaicomputer. Het zal je maar gebeuren.

Inmiddels ben ik vele duizenden steken verder; kilometers garen heb ik met veel plezier verwerkt zonder ooit enig probleem gehad te hebben.

Deze blog is bedoeld om onduidelijkheden toe te lichten, om u, als gebruiker van uw naaicomputer met BSR-mogelijkheid  nog beter op weg te helpen en te houden bij het juiste gebruik van de BSR.

Een veel gehoord misverstand:  vanaf nu gaat het meanderen vanzelf en heb ik ALTIJD VANZELF even grote steken. Nu gaat niks vanzelf en ook vrij machinaal quilten niet.  Het blijft altijd een kwestie van veel oefenen en het jezelf gunnen om te oefenen.

Ander misverstand: om met de BSR te kunnen werken moet je wel “”echt”” goed zijn want het is zó’n ingewikkelde voet. Nee, juist door met de BSR te gaan werken en hem niet in dat mooie doosjes te laten zitten, word je “echt” goed. Bewijs jezelf een dienst en ga de uitdaging aan.

Ik ga stapje voor stapje nog even met u op weg:  lees echter altijd uw handleiding na, die is ervoor.

Eerste stap: plaats altijd een nieuwe naald in uw naaimachine, bij voorkeur één met een iets groter oog – zoals een topstitch naald 80/12 of 90/14 en zorg dat de naald bij het door u te gebruiken garen past. Zeker voor de beginnende quilter adviseer ik altijd katoenen garen te gebruiken van een goed merk . Gebruik zowel bovenop als op het spoeltje het zelfde merk én dezelfde kleur. Dit voorkomt problemen en geeft een mooier resultaat.

Voor bijzondere garens ( metalics etc ) gelden andere regels, daarover gaat dit blog niet.

Het plaatsen van de BSR-voet acht ik bekend. Wanneer je gaat BSRen dan is het niet nodig je voetpedaal te gebruiken, dit is een ongekende vrijheid; je hoeft nu niet meer bang te zijn dat je handen sneller of langzamer gaan dan je voet. Je handbewegingen bepalen de snelheid.  Natuurlijk is het mogelijk om toch met voetpedaal te werken ( vooral bij BSR 1 ) – dit heeft echter niet mijn voorkeur.  Plaats ook je kniehevel. Verminder de persvoetdruk naar behoefte, afhankelijk van de dikte van je quilt  ( dat is iets wat veel mensen vergeten ) en stel de machine in op BSR en kies een steeklengte. Voor machinaal quilten is lengte 3.00 erg mooi, niet te groot of te klein en een makkelijke lengte om gelijkmatig mee te leren werken. Kies vervolgens de BSR naaimodus  2, onder de zigzagsteek (knop2) en  houdt deze keuzetoets net zolang ingedrukt te houden tot u een piepsignaal hoort.  Wanneer u te snel naait voor de door u ingestelde steeklengte dan hoort u een piepje, teken om ietsje langzamer te gaan. Gebruik de functietoets naald-in-de-stof en start het “meanderen” door de start-stop toets in te drukken. Het rode lampje van uw BSR voet gaat aan.  O ja – ik adviseer vaak de snelheid niet “te” langzaam  te zetten ( liever niet lager dan in het midden ). Wanneer u heel langzaam werkt is het veel moeilijker om een mooie vloeiende lijn te naaien. Wanneer de machine op “langzaamst” staat kan het ook niet sneller, wanneer hij ietsje sneller staat ingesteld dan kan het wel langzamer, u hoeft immers niet op de maximaal ingestelde snelheid te naaien.  Het is net zoiets als een kindje dat leert fietsen, wanneer het nog heel langzaam fietst valt het zomaar ineens om, boem, au; wanneer het ietsje sneller fietst gaat het ineens goed, zonder erbij na te denken. Machinaal quilten is vooral een kwestie van gevoel, zoals je met je partner een mooie wals danst.    

Start nu met het vrije quilten door de stof gelijkmatig en rustig te bewegen en let er daarbij op dat u de stof niet optilt tijdens het quilten. U laat uw quilt op de aanschuiftafel liggen en plaatst uw beide handen naast de naald op het werk. Zonder veel kracht uit te oefenen maakt u nu kleine slingerachtige bewegingen waarbij u de stof meebeweegt. Het is leuk om eens te oefenen met twee vingers; pak vervolgens uw werk eens vast met bijvoorbeeld de linker- of de rechterhand. Zie het als een ontdekkingstocht waarbij u al doende uw technische vaardigheid vooruit ziet gaan.  Tijdens het machinaal quilten mag u uw stof niet draaien, u krijgt dan toch nog onregelmatige steken, wanneer u dit moeilijk vindt dan zet dan even een speldje aan de bovenkant van uw werk.  Meanderen is niet het gemakkelijkste.  Een goede oefening om mee te beginnen is het maken van bijvoorbeeld een cirkel, van binnen naar buiten en weer terug; daarna zo recht mogelijk van boven naar beneden en weer terug. Wanneer u wilt stoppen – beweeg de kniehevel naar rechts; de naald gaat in de stof, de naaivoet gaat omhoog en u kunt uw werk veilig loslaten.

Bij de foto’s: een voorbeeld van een opvulpatroon in ruitvorm en een voorbeeld van fototransfer; quilten met de BSR-voet, gebogen lijnen en veel klein opvulwerk.

Momenteel zijn de volgende machines geschikt voor werken met de BSR: Aurora 440 ( standaard ), de Aurora 430 en 450 ( optioneel ); Artista 630 en 640 ( optioneel ); de Artista 730 ( standaard ) alsmede de Bernina 820 en 830, beiden standaard voorzien van de BSR-voet.

Voor vragen omtrent het gebruik van uw naaicomputer mét en zonder BSR kunt u natuurlijk altijd terecht bij uw Bernina naaimachinedealer.

Ik wens u veel BSR-plezier en tot mijn volgende blog maar weer.