Anderhalf jaar geleden werd het 10-jarig jubileum gevierd met de opening van de Salon en Atelier op de Overtoom. Een mooie plek op steenworp afstand van het Vondelpark en met veel voorbijgangers op een drukke weg. Sindsdien werken we hier dag en nacht aan de meest leuke opdrachten en projecten.

Het pand was voorheen een antieke klokkenwinkel en bevat nog vele orginele details en zelfs de klok hangt nog buiten aan de gevel. Het heeft twee enorme grote ramen die een  fatastische display zijn voor twee zwevende poppen in de vide.

Op de begane grond is de Salon waar wij klanten ontvangen en waar de laatste collectie wordt getoond.
Het  gevoel van nostalgie en ambacht is belangrijk en in de antieke vitrinekasten liggen en hangen de meest bewerkte couture stukken.
Een mix van oud en nieuw. Opgezette vogels, verse bloemen, schilderijen en foto’s aan de wanden. De diepgroene bijna zwarte muur domineert de hele ruimte en vormt een mooi contrast met de koperen buizen en de fonkelende couture jurken.  Een muurvullende spiegel met een gordijn zorgt ervoor dat er in een paar seconden een grote paskamer ontstaat waar je makkelijk met een grote jurk in kan ronddraaien.

In de salon draait alles om de warmte en het idee dat de drukte van buiten even vergeten word. De tijd staat stil.

…..Al hoor je wel de geluiden van ratelende naaimachines en stoomstrijkijzers onder je. 🙂

Beneden in het souterrain is het atelier met de originele marmeren vloer die deels te bezichtigen is vanuit de etalage door de vide.

Mensen staan soms stil voor de etalage om te zien hoe kraaltje voor kraaltje word geborduurd of jurken worden gemouleerd. Een kijkje in de keuken zeg maar. 
Het atelier is voor zover mogelijk wit gehouden om goed en schoon te kunnen werken. Verder dragen de werknemers en studenten witte jasjes in het atelier. Niks zo vervelend als een spijkerbroek die blauw afgeeft of pluisjes van je wollen trui tussen de lagen voile of kant van een witte jurk!!

De witte werktafels zijn langer te maken en kunnen tegen elkaar geschoven worden naar gelang van het werk. Onder de etalage is een lange werkbank waar je goed achter de lock- en naaimachines kan zitten met daglicht, en af en toe dus iemand die op je vingers mee kijkt vanaf buiten.
In de hoek staat een strijkplank met een afzuigsysteem, mouwplank en verschillende strijkkussens en een strijkpunt om hoekjes mee te strijken
We proberen het zo netjes mogelijk opgeruimd te houden, wat met heftige deadlines erg lastig is maar we werken hier doorgaans met 4/5 man en in drukke tijden met nog veel meer en iedereen moet weten waar dingen zijn, zoeken naar spullen is zonde van je tijd. In de ijzeren kasten staat alles op soort en kleur in bakjes met een label erop. Verder verschillende huishoudmachines en de nieuwste aanwinst de BERNINA 780 (geen industrie omdat ik het werken met fijne stoffen zijde en voiles toch prettiger vind op een huishoudmachine, het gaat hier tenslotte niet over productie draaien) en dan nog de BERNINA 800 DL lockmachine.

In de achterkamer is een kast vol met stofrestjes en modeboeken, volop inspiratie en goed om als een voorbeeld erbij te pakken als ik dingen aan werknemers of studenten wil uitleggen.  Verder is er een hoge tekentafel die tevens ook een lichtbak is, erg handig om patronen te kunnen overtrekken en aan te passen. Hieronder alle bakken met de patronen van klanten en collecties.

In de bakken rollen stof en tule die op voorraad zijn voor bruiden.
Verder hangen tig collectie stukken in witte hoezen die klaar hangen als inspiratiebron voor klanten of om uit te lenen voor fotoshoot’s. Stylisten komen langs met een thema of een vraag en dan hangen er van de afgelopen 12 jaar alle jurken nog in eigen beheer.

Op de tekentafel zie je een primafit halve schaal popje die ik altijd gebruik tijdens het ontwerpproces. Mijn collecties onstaan altijd vanuit moulage (het draperen van stof op de pop). Om zo tot nieuwe patronen te komen, vaak is het handig om als een soort van schets dit eerst in het klein te doen: het werkt sneller en kost je dus veel minder stof. Wel moet je er rekening mee houden dat in verhouding stoffen dus altijd stijver en zwaarder lijken als je iets op halve schaal maakt.

De tweede stap is het mouleren op hele schaal (de pop die in de hoek staat) en als we tevreden zijn met het resultaat wordt alles op de stof aangegeven met pen. Wat is middenvoor, de naden, stofrichting, etc. Dit word allemaal vervolgens overgezet op papier. Alle naden worden nagemeten en er wordt een strak patroon gemaakt wat leidt tot het eerste proefmodel in katoen.
Ik mouleer alles op de pop omdat ik wil weten: hoe ziet de zijkant eruit? hoe valt de stof? wat doet de stof? hoe creëer je een vorm? Ik kan me niet voorstellen dat ik achter een computer zou zitten en een collectie zou ontwerpen in 2D; het is een 3D verhaal. Het gros van de kleding die door consumenten wordt gekocht is ontworpen voor een hanger.  Iedereen beoordeelt als eerste een kledingstuk op een hanger, dat maakt het begrijpelijk. De helft van mijn kleding ziet er niet uit op een hanger (!) omdat het ‘op het lijf’ ontworpen is.”

Jurken kloppen pas als iemand het aan heeft en het gebeurt dus wel vaker dat een klant blij verrast is als we samen in de spiegel kijken. Zeker als ze me daarvoor zagen aan komen lopen met de jurk op de hanger. Door het lichaam komt het kledingstuk tot leven.

We zijn dagelijks in de Salon en het Atelier te vinden maar werken dus alleen op afspraak, we zorgen wel dat de etalages met regelmaat wisselen om de voorbijgangers keer op keer te laten zien wat we doen………