Door ziekte in het najaar/winter en drukke bezigheden (er moesten 2 werkstukken af zijn voor de nieuwe expositie van TeXui) is er wat vertraging ontstaan, vandaar nu pas de laatste loodjes.
Het laatste deel gaat over het afwerken van de quilt. Eerst smelt ik de delen organza en polyestervlies op de manier die ik wil met de hobbyföhn. Het ene deel wat meer dan het ander, zodat er een mooie gelaagdheid ontstaat.
Als afwerking maak ik een cordon om het werkstuk heen. Voor ik dat doe, teken ik eerst aan de achterkant de uiteindelijke maat van de quilt af. Op deze manier krijgt U een werkstuk dat exact aan de gestelde maten voldoet. Over de getekende lijn stik ik diverse keren heen en weer met een kleine steek, zodat alle reeds gequilte lijnen gefixeerd worden. Dit doe ik bij voorkeur uit de vrije hand, omdat eventuele ruimte dan beter intrekt en het werkstuk gladder wordt.

Daarna kan er kort (1 mm.) naast de gestikte lijnen het overtollige deel van de stof afgesneden worden. Als eerste ga ik nu met een niet te brede zigzagsteek langs de randen. Als ik helemaal rond ben, probeer ik alle losse draadjes die er zijn af te knippen.
Nu is het tijd om te cordonneren. Ik gebruik daarvoor voetje 2, het lockvoetje. Door het staafje in het voetje, trekt het cordon niet in. Eerst maak ik op de afgesneden rand een proefje wat betreft breedte en bovenspanning. Ik zorg ervoor dat de gekleurde bovendraad iets aan de achterkant te zien is, omdat dit er vanaf de zijkant gezien, mooier uitziet. Daarom zet ik de bovenspanning losser, bijv. op 1. Ook zet ik de persvoetdruk wat lager. Dat voorkomt dat de rand gaat golven. Zet de cordonsteken  niet te dicht op elkaar. Het is mooier als er nog wat van de ondergrondkleur doorschijnt. Dan pas maak ik het cordon om de hele quilt heen.