Tentoonstelling: Familieschatten in Naald en Draad
Groninger merklappen en textiel uit de 18e en 19e eeuw
Iedereen heeft ze of kent ze wel verborgen familiejuweeltjes, doorgegeven van generatie op generatie en soms verschoten of hersteld. Merklappen van kostbaar en kwetsbaar linnen waar meisjes in zijde of wol alfabetten en symbolen op borduurden en geduldig steken en stoppen op oefenden. Landgoed Borg Verhildersum presenteert het resultaat van deze noeste arbeid in de provincie Groningen, verricht in de 18e en 19e eeuw. Tot en met 9 september 2012 in het Koetshuis van Verhildersum, in Leens, van dinsdag t/m zondag van 10.30 uur en 17.00 uur.
Merklappen uit de eigen collectie van Verhildersum én uit de collectie van mevrouw Van Deth, oud-poppenspeelster en fervent merklappenverzamelaarster uit Den Haag, zijn te zien naast prachtig versierd textiel, naaigerei en patronenboekjes. Er is ook aandacht voor handwerken binnen het meisjesonderwijs, met name op de Franse kostscholen. Heel bijzonder zijn de zwarte, typisch Groninger merklappen en het familieverhaal van merklappen uit vijf opeenvolgende generaties.
In de loop van de zestiende eeuw nam de welvaart in Nederland langzaam toe en werd er ook in gezinnen uit de gegoede middenklasse meer textiel aangekocht; kleding, maar ook tafel- en beddengoed. De zware linnen stoffen waren kostbaar en werden dan ook goed opgeborgen in een mooie linnenkast, een zogenaamd pronkkabinet, waarvan alleen de vrouw des huizes de sleutel had en waarover ze goed waakte. De stoffen werden gemerkt, versierd en eventueel versteld, voornamelijk door de jonge meisjes in het huishouden, vaak voor hun uitzet. De technieken werden eerst in het lager onderwijs onderwezen en later verfijnd op kostscholen of in naaiklasjes. Het resultaat van die oefening is de Merklap.
Er zijn veel Groninger lappen overgebleven, sommige prachtig symmetrisch uitgedacht, andere kris-kas gevuld met patronen, alfabetten en symbolen. De fijne in zijde geborduurde lappen uit de achttiende eeuw worden getoond naast taferelen op grover stramien, gemaakt met Berlijnse wol in de negentiende eeuw. Ook zijn er veel stoplappen, waar meisjes het herstellen van stoffen op oefenden. Natuurlijk ontbreekt ook de linnenkast niet, met de prachtige eindproducten van vele uren hard werk.
Voor deze tentoonstelling is dankbaar gebruik gemaakt van de collectie van mevrouw F. van Deth, de zwarte merklappen van de heer. J. Wibbens en de familiemerklappen van mevrouw E. Hommes.
0 reacties