Het gebruik van kleuren in uw borduurmotieven, kan uw werk maken en breken.

Kennis over ‘de kleurencirkel van Itten’ is dan ook handig. Hieronder volgt een korte beschrijving van de kleurencirkel.

Ittens kleurencirkel is gebaseerd op het subtractief kleursysteem (waarmee wordt bedoeld met verf en licht die op de verf valt). Itten kent als primaire kleuren rood, geel en blauw. De secundaire kleuren zijn oranje, groen en violet. De tertiaire kleuren ontstaan uit de menging van een primaire en een secundaire kleur. In latere jaren werd echter duidelijk dat de primaire kleuren van Itten niet de werkelijke primaire kleuren zijn, maar deze slechts benaderen. Rood is bijvoorbeeld geen echte primaire kleur, wel het roze, paarsachtige chinacridon. Deze fout heeft tot gevolg dat met de primaire kleuren van Itten geen goed paars gemengd kan worden. Niettemin zijn de subjectieve kleurervaringen die Itten beschrijft (bijvoorbeeld de zeven kleurcontrasten) nog steeds erkend als een zinvolle beschrijving voor studenten. (bron: Wikipedia)

Zo spelen de ondergrondkleur en de kleurvolgorde een heel belangrijke rol. Wanneer u kleuren in een bestaand patroon gaat veranderen is het dan ook verstandig om eerst proef te borduren. Ook al lijken de kleuren op de klos behoorlijk van elkaar te verschillen, bijvoorbeeld wanneer u ton sûr ton werkt, tijdens het borduren kan het zo maar zijn dat u nauwelijks verschil ziet. Zie onderstaande afbeelding.

Hier zijn 2 kleuren grijs gebruikt, maar dit is nauwelijks te zien. Wanneer 1 kleur veranderd wordt in wit (zie hieronder) is het motief duidelijk anders van uitstraling.

Het gebruik van zwart en wit geeft altijd een enorm contrast.

Gebruikt u 2 volledig tegengestelde kleuren zal het motief op u afkomen. (de ondergrond kleur speelt hier ook duidelijk een heel belangrijke rol) Wanneer u de deze kleuren omdraait, zult u tot de conclusie komen dat het motief totaal anders is geworden. Zie onderstaande afbeelding.

Het kan gebeuren dat u tijdens het borduren er achter komt dat u net niet de kleur groen heeft die voorgeschreven staat. Snel een andere gepakt, maar nu krijgt uw motief een harde in het oog springende uitstraling. Dit zie u op de 2 onderstaande afbeeldingen.

Het samen gebruiken van complementaire kleuren (kleuren die tegenover elkaar liggen op de kleurenschijf) is altijd goed, hoewel dit voor sommigen net iets te ver gaat. Toch is het zeker de moeite waard om in ieder geval de klosjes met de complementaire kleuren eens bij elkaar te zetten. Zeker zal uw persoonlijke smaak hier een rol spelen, wanneer u niet van citroengeel houdt, zult u de combinatie hiervan met paars niet mooi vinden. En het aller belangrijkste bij het kiezen van kleuren is natuurlijk, wat vindt u het mooiste.

Wanneer u de ondergrond aanpast aan de kleuren waarmee u wilt gaan borduren zal het geheel sjiek worden en het motief wordt als het ware één met de achtergrond. Wanneer u felle kleuren gebruikt daarentegen blijven deze motieven los van de achtergrond. Zie de beide onderstaande afbeeldingen.

Het gebruik van gemêleerd garen is in een borduurmotief vaak lastig. Deze stikt blokjes wanneer een satijnsteek wordt gebruikt. Bij dit motief ziet u dat de veer als het ware diepte krijgt door de verschillende kleurtjes. Ook kunt u hier goed het verschil zien in achtergrond kleur.

Zoals met alles is de voorbereiding een tijdrovende bezigheid. Het kiezen van net een verkeerde kleur kan uw werkstuk volledig ruïneren, dit geldt zowel voor het garen als de achtergrond. Kleuren aanpassen is zeker geen probleem, maar doe het met heel veel zorg.