Tricot restjes kan ik maar moeilijk weggooien, ze stapelen zich op in plastic bakken op zolder. En als er weer een bak vol is, dan ‘moet’ ik van mijzelf toch echt met die restjes aan de slag. Meestal naai ik vrolijke boxershorts van restjes tricot, zoals deze:
Maar als de ondergoedlades nog goed gevuld zijn, dan probeer ik andere dingen te bedenken. Een tijdje geleden maakte ik dit vest van allemaal restjes:
Bij dit patroon was het voorpand al verdeeld in meerdere patroondelen, maar dit kun je natuurlijk ook zelf doen bij een willekeurig ander patroon. Voor de mouwen stikte ik met de lockmachine allemaal stroken stof aan elkaar. Daarna legde ik de patroondelen voor de mouwen op de ‘gelockte’ lap en knipte de mouwen uit.
Er zijn dus twee manieren om van restjes een kledingstuk te maken:
- Je knipt de patroondelen in meerdere stukken. Deze kleinere patroondelen kun je dan passen en meten op de stofrestjes. Het is dan wel handig om stapeltjes te maken per patroondeel, zodat je nog weet welke stukjes stof samen één patroondeel vormen.
- Je snijdt restjes stof in stroken en stikt deze aan elkaar tot één of meerdere lappen. Dan leg je de patroondelen op deze ‘lappen’ en knip je de patroondelen uit. Het is hierbij wel raadzaam om alle locknaden dezelfde kant op te strijken, voordat je de patroondelen uitknipt.
Nu laat ik jullie stap voor stap zien hoe ik van favoriete restjes tricot een t-shirt voor mijn jongste zoon maakte. Bij dit shirt gebruikte ik beide bovenstaande manieren.
Eerst sneed ik met behulp van een rolmes en een quiltliniaal stroken stof van de wat grotere restjes.
Vervolgens verdeelde ik de bovenkanten van de papieren patroondelen van het voorpand en het achterpand in stukken. De onderste delen van de patroondelen zijn bijna een vierkant, dus hiervoor wilde ik gewoon wat stroken stof aan elkaar stikken met de lockmachine. Maar de bovendelen van het voorpand en achterpand wilde ik nog in kleinere stukken verdelen.
Op het patroondeel van het rugpand tekende ik een horizontale lijn, zodat ik een rugpas kreeg. Deze rugpas tekende ik als nieuw patroondeel op papier. Ik zocht vervolgens een restje stof waar de rugpas precies op paste.
Op het voorpand tekende ik ook een horizontale lijn, een paar centimeter onder het armsgat. Bij de bovenkant van het voorpand tekende ik nog een schuine lijn. Deze kleine patroondelen tekende ik over op los patroonpapier, zodat ik ook deze stukken uit restjes kon knippen.
N.B.: ik teken de naadwaarde er altijd meteen bij op het patroonpapier, omdat ik t-shirtpatronen vaak hergebruik.
De gesneden stroken stof legde ik tegen de al geknipte patroondelen aan op tafel, zodat ik kon zien of ik genoeg stroken had gesneden. De papieren patroondelen kun je er vervolgens even bovenop leggen, om te kijken of het ook daadwerkelijk genoeg is. Houdt hierbij wel rekening met de naadwaarde.
Dan lock je alle stroken stof aan elkaar vast. Je kunt ervoor kiezen om de locknaden aan de goede kant te stikken, zoals ik bij de mouwen van bovenstaand vest heb gedaan. Bij dit t-shirt koos ik ervoor om de locknaden gewoon aan de binnenkant te stikken, omdat ik later nog een coverstiksel toe wilde voegen.
Ik had de stroken niet op de juiste breedte gesneden, ze zijn dus wat breder dan het t-shirt. Dit geeft niet, dit kun je later nog afknippen.
Omdat ik alle naden met een coverstiksel wilde doorstikken, heb ik alle locknaden naar beneden toe gestreken. Als je dit goed strijkt, dan stikt het wat makkelijker door. Voor het doorstikken heb ik gele lockgaren gebruikt. Ik stikte dit met de 4-draads coversteek van de bernette 48 op de binnenkant van de stof. Zodat je aan de buitenkant een ‘stoer’ stiksel krijgt.
Als je alle naden hebt doorgestikt, leg je de patroondelen op de stof en knip je het overtollige stof af.
Aan het voorpand zitten bovenaan twee kleine stukjes stof uit twee verschillende stoffen. Met een beetje puzzelen kon ik precies één monstertruck op het patroondeel krijgen. De mouw met de monstertrucks zit dan precies aan de andere kant, zodat deze zelfde stoffen elkaar niet raken.
Nu heb je één voorpand, één achterpand en twee mouwen en kun je de patroondelen als een gewoon t-shirt aan elkaar stikken.
Mijn beide zoontjes vonden dit shirt meteen geweldig. De kledingstukken die zij al hebben met deze stoffen worden graag gedragen. Dus ook dit restjesshirt zal, denk ik, vaak gekozen worden.
En dit, dit zijn natuurlijk wel restjes die ik weggooi 🙂
Heel leuk vest en shirt! …en ik ben een beetje jaloers op die Hot Wheels stof, die zou mijn neefje ook geweldig vinden.
Dankjewel. De stof is nog wel te koop hoor
Leuk bedacht, zullen ze veel plezier aan hebben
Bedankt! Ja het shirt is inmiddels al meerdere keren gedragen. En mijn oudste zoon zit inmiddels in een maat die ik niet meer uit een halve meter stof kan halen. Dus ik zal deze techniek nog wel vaker gaan toepassen om de halve metertjes tricot nog te kunnen gebruiken.