Vorige keer liet ik jullie meegenieten van het uitpakken van de BERNINA Overlock 1300MDC: wat er allemaal bij zit enz. Deze keer ga ik kijken welke knoppen er op zitten, en waar ze voor dienen. Daarvoor heb ik de machine zelf op tafel gezet, en het handboek erbij gepakt.
Het handboek is viertalig opgezet: Duits, Italiaans, Frans en Nederlands. Af en toe een beetje ‘vol’ hierdoor, maar als je stap voor stap de pagina’s bekijkt, en steeds de laatste taal (Nederlands) opzoekt, kom je er wel uit.
Op pagina 10 staan de details van de machine: Het vooraanzicht, met alle onderdelen die nodig zijn om de machine te kunnen bedienen. 28 Punten worden met benaming op de machine aangewezen – lees ze in het handboek maar eens door en zoek naar de onderdelen op je machine.
Als ik via mijn machine kijk, is dit het vooraanzicht met LCD scherm, gericht op de bovenkant. Daar waar BERNINA1300MDC staat, is de voorklep, in het handboek ‘Grijperdeksel met geïntegreerde mesafdekking‘ genoemd. De bolling die je nog net midden onder op de foto ziet, dekt het mes af, de klep zelf kan – als je deze naar rechts sluit – geopend worden door hem na het naar rechts schuiven naar voren te halen: dat openen kun je doen door met je duim in de inkeping – bij de pijl – te duwen). En weer terug te schuiven, dan eerst naar rechts, tegen de machine aanzetten en hij schuift vanzelf (door sterke vering!) weer naar links. (Aan de binnenkant van de klep zitten ook attributen, weet je nog?)
Bovenop zitten de vier doorgangen voor de draadspanningen: van links naar rechts is dat (met nummer uit het handboek van pg. 10: 7: Linker naalddraadspanning, 8: Rechter naalddraadspanning, 9: Boven grijper draadspanning, 10: Onder grijper draadspanning.
Dit zijn de doorgangen voor 4 klossen/garens: handig dat met kleurcodes gewerkt wordt, zodat je bij de doorvoer van elke draad direct kunt zien waar deze door/langs gehaald moet worden. En dan kun je ook onthouden door van rechts naar links de kleuren te bekijken: Rood is voor de ondergrijper, Blauw is voor de bovengrijper, Groen is voor de rechternaald, Geel is voor de linkernaald en Paars is voor de cover-/kettingsteekgrijper.
De laatste – 5e – draadgeleider vindt je overigens oa. aan de achterkant/linker zijkant van de machine. Ook hier zie je weer een kleur (paars stipje) waardoor je weet welke klos/garen je hierdoor moet leiden. Voor het inrijgen van deze 5e klos/draad kun je op pagina 69, 73 en 74 informatie vinden.
Aan de binnenkant, als de voorklep rechts geopend is, zie je ook kleurtjes voor de doorvoer van garens: rood en blauw. Zie je de pijlen en de puntjes?
Maar ook iets verder bij de machine, richting naalden, zie je nog rood en blauwe tekens voor doorvoer van de garens.
De witte knop die je links op de foto ziet is de naaivoetdruk-regelknop: deze gebruik je voor optimaal doorvoeren van de stof. Meer hierover op blz. 27 van je handhoek.
Nu ben ik totaal ‘nieuw’ op het gebied van lock/overlock machines, want ik werk al ruim 40 jaar met naaimachines, die voorzien zijn van een spoeltje. Die spoeltjes kunnen – afhankelijk van het merk – beperkt van garen voorzien worden. Bij de BERNINA 770QE zitten al extra grote spoeltjes, een weelde vergeleken met andere machines, dus dat scheelt al heel veel werk met steeds opnieuw opspoelen. Natuurlijk kun je ook kant-en-klare spoeltjes kopen, die nóg weer voller zitten, maar die passen niet in de 770QE… kortom, steeds vooruitdenken ivm. hoeveel je op moet spoelen voor een project, om snel door te kunnen gaan. Maar dat komt hier niet ter sprake want er is geen spoeltje meer!!! Er zijn twee mogelijkheden voor grijperdraden; je zet een grote klos met garen bovenop en hij gaat bijna eindeloos door. Tja, daar zullen de die-hards die lock/overlock machines al jaren gebruiken wel hartelijk om moeten lachen, maar ik vind het geweldig.
En de naalden? Er kunnen maar liefst 5 naalden opgezet worden: 3 op de ene kolom, 2 op de andere. Hiervoor zijn kleine schroefjes aanwezig, en gebruik je de achterkant van het kwastje om de naalden ‘vast’ te houden. Kijk hiervoor op pg. 20 en 21 hoe dat in zijn werk gaat.
Er staan letters bij de schroefjes, die je weer terug kunt vinden in het handboek. Op de kolom met de drie naalden – CS – staat van links naar rechts:
L = linkernaald voor Coversteek C = middelste naald voor de Coversteek R = rechternaald voor de Cover- en Kettingsteek
Op de kolom met de twee naalden – OL – staat van links naar rechts:
L = linkernaald voor Overlock R = rechternaald voor Overlock
Om de naalden in de hoogste stand te zetten, draai je aan het handwiel: die zit aan de rechterkant (om de hoek) bij de machine. Bij het handwiel zie je een pijltje staan, die de richting van bewegen aangeeft: altijd tegen de wijzers van de klok in. Als je het grijperdeksel – rechts voor – hebt geopend, zie je daar rechts in de hoek een ‘venstertje’, waarbij een rood vlakje verschijnt als je aan het handwiel draait (naar je toe dus), wat betekent je daarmee de inrijgpositie hebt bereikt, oftewel de naalden op z’n hoogst staan.
Je ziet dat het wiel dan met twee tekentjes die in het kunststof zitten, gelijk staan.
Als je het wiel verder draait, dezelfde richting op, dan zie je in het venstertje een paars vlakje verschijnen: dan weet je dat alles in de positie staat om de bovengrijper vast of los te zetten – de naalden staan dan in de laagste stand.
Het wiel staat an dus anders, het kunststof vlakje staat nu rechtsboven.
Aan de linkerkant van de machine zit het stofdeksel (die ik nu even weggeschoven heb – dat doe je door aan de voorkant dit stofdeksel rustig naar links te schuiven. Op de afbeelding hierboven zie je direct rechts van het scharnier van het stofdeksel een witte knop zitten: dat is voor de draadspanning voor de kettinggrijper. Direct onder de steekplaat is de kettinggrijper-inrijgautomaat te vinden. Dus inderdaad: geen spoeltjes meer!
Bovenop (onder het blauwe lapje) zie je een sticker waarop het inrijgschema voor de kettinggrijper te vinden is: handig om dit zo te kunnen bekijken: je ziet ‘Chain’ staan, dat is voor het doorrijgen voor de Kettingsteek, je ziet ook ‘Cover’ staan: dat is voor het doorrijgen van de Coversteek.
Voor sluiten, schuif het rustig naar rechts tot het weer dicht zit. Mocht dit stofdeksel niet goed dicht zitten, zal de machine niet naaien.) en het voetje, naalden, steekplaat, draadafsnijder, naaivoethevel, bovenmes ed.
Aan de binnenkant onder het voetje zie je – als je de voorklep geopend hebt – ook nog knoppen zitten en heel veel meer, zoals het mes..
.. waarvan hier even een close-up. Hij zit schuin omhoog tot onder/naast de steekplaat. Alles over de positie van het mes vindt je op pg. 24, onderaan. Moet het mes vervangen worden, kijk dan op pg. 82. Het bovenmes kun je ook omhoog/omlaag zetten: kijk hiervoor bovenaan pg. 68.
Het mes moet afgedekt worden als je de Kettingsteek/Coversteek gaat maken: op blz. 68 onderaan, staat hoe je dit moet doen. LET OP: je hebt hier de speciale afdekking voor nodig – zonder dit deel werkt de machine in die positie niet. Door deze afdekplaat wordt je steekplaat rechts van de naaivoet vergroot: ook wel handig. Er staan diverse markeringen op, die je tijdens het werken qua maatvoering goed kunt gebruiken.
Er zijn twee witte knoppen aanwezig: de bovenste grote witte knop is de keuzeknop voor de positie van het mes (blz. 24), de witte knop eronder is de MTC draadcontroleknop, wat me direct brengt op het begrip MTC – wat houdt dat precies in?
Bij de gegevens van deze BERNINA Overlock 1300MDC staat het volgende: “Het gepatenteerde mtc-draadcontrolesysteem (Micro Thread Control) van de BERNINA 1300 MDC is een echt technisch hoogstandje: het zorgt voor een exacte aanpassing van de hoeveelheid slingerdraad door middel van een ongecompliceerde directe keuze met het instelwiel. Deze micro-draadcontrole van de BERNINA 1300 MDC staat u optimale draadcontrole en perfecte naairesultaten toe, onafhankelijk van de gekozen steek of het materiaal van uw naaiwerk – een slimme eigenschap dat zowel veeleisende overlockers als bedrijfsateliers de hoogste steekkwaliteit garandeert.”
Dat zou dus moeten betekenen dat de draadspanning ed. hierdoor geregeld/gecorrigeerd kan worden om tot een zo perfect mogelijk resultaat te komen. Dat kan handig zijn als steken niet netjes gemaakt worden. Gaan we natuurlijk later uitproberen, je kunt meer hierover op blz. 25 van je handboek vinden: je ziet daar dat je de stand van deze knop op 3 manieren kunt zetten: Min(imum) – als de draad te los om de rand ligt, Max(imum) – als de draad te strak om de rand ligt en de stof oprolt en N(eutraal) – de middelste stand: elke keer als je een nieuwe steek op de machine instelt, zet je de MTC-knop op deze stand. Van daaruit ga je proeflapje(s) maken om te zien of je de knop moet verzetten.
Wat daar ook aanwezig is, maar slecht op de foto te zien is, is de bevestigingsschroef voor optionele accessoires: de nr. 28 op de tekening hierboven, uit het handboek. Altijd handig om te weten waar dat zit.
Aan de rechterkant van de machine zijn twee witte knoppen te zien (de onderste is het handwiel): de bovenste is de Steeklengteknop (blz. 24 bovenaan), de onderste is de Differentieel-transportknop. Over dit laatste kun je op pg. 26 en 27 van het handboek meer lezen: in ieder geval weet ik nu dat je, door de Differentieeltransport in te stellen, mooie gladde naden zonder rimpels en golven in rekbaar materiaal gemaakt kunnen worden, zonder dat de stoflagen verschuiven. Ik lees ook in het handboek, dat gladde stoffen, zoals nylon-tricot of stevig geweven materiaal, tijdens het naaiwerk niet samen gaat trekken. Ook al werk ik normaal gesproken vaak op quiltstoffen (100% katoen); met deze machine ga ik meer met andere stoffen werken, en dan is het handig om te weten dat je ook met lycra, tricot, boordstof, tule, satijn, borduurvilt, fleece ed. kunt werken zonder dat er een verstoring komt – er zullen heel wat proeflapjes gemaakt moeten worden om te weten hoe het werkt, maar dat is juist leuk: die ga ik bewaren in een map, instellingen erbij vermeld, voor toekomstige projecten.
Het handwiel draait overigens tegen de wijzers van de klok in: zie blz. 19. Kijk daar op de schema’s om te zien dat er achter het grijperdeksel (voorklep) twee posities van het handwiel zichtbaar zijn: A = rood, de inrijgpositie, waarbij de naalden in de hoogste stand staan, en B = paars, de positie om de bovengrijper vast/los te zetten, waarbij de naalden in de laagste stand staan.
Nog even een handigheidje: om de persvoet om hoog te zetten, vindt je aan de achterkant/bovenaan een hendel, de 2-traps naaivoethevel met voorvoetlift. Als de naaivoet omhoog wordt gezet, worden alle draadspanningen uitgeschakeld: dit doe je om alle garens in te rijgen, dat gaat dan makkelijker (kijk op pg. 16). De naaivoet kan helemaal naar boven gezet worden waarbij de afstand tussen de steekplaat en de naaivoet groter wordt.
En dan heb ik twee hele belangrijke functies nog niet gehad: de machine-stopcontact voor aansluiting snoer en voetpedaal (23 op het grote schema), en de hoofd/licht schakelaar voor aan en uit (24 op het grote schema – 0 = uit, 1 = aan met naailicht)… die heb ik nodig als ik aan de slag ga.. maar er zijn nog veel meer functies die ik wil bekijken, oa. het inrijgen van de garens. Ik heb ook nog niets verteld over de draaibare bovenmesarm voor meer ruimte, het LCD-scherm, rolzoomhendel, voetlift voor dik naaiwerk, en meer, veel meer… Het garen inrijgen ga ik volgende keer behandelen.
Tot dan
Overlockgroeten
Sylvia Kaptein
Sylvia’s Art Quilts Studio
Wil je meer foto’s zien van dat wat ik via de BERNINA Blog over deze 1300MDC plaats? Dan kun je ook kijken via Instagram: #berninablogsylvia.
Ik blijf ook leren, Ronald, want van oorsprong ben ik quilters en maak ik wel regelmatig kleding, ga ik ook méér doen, maar had – voordat hij hier kwam – nog nooit met een lockmachine gewerkt. Je zult zeker bij de 1300MDC merken hoe makkelijk alles gaat.
Veel uitproberen, en proeflapjes maken…
Ik moet nog altijd leren werken met mijn 1300MDC