Een nieuw Crazy Project 2018 in een nieuw jaar: dit extra feestelijke project bestaat uit 12 rechthoekige blokken, waar verschillende technieken op losgelaten wordt. Ik ga veel goud(kleur) verwerken (ivm. het lustrum ‘125 years/celebrating your creativity‘ bij BERNINA), maar ook bruin,roest en paars naast het zwart. Natuurlijk zoveel mogelijk met de machine (ik ga weer werken op de BERNINA 770QE). Als je het bericht van 18 december 2017 over de voorbereidingen goed hebt gelezen, heb je nu waarschijnlijk alle basismaterialen al verzameld, en kun je alles voor het eerste blok gaan klaarleggen (of direct voor alle blokken, zoals ik gedaan heb).
Naast de basismaterialen heb je verschillende (soorten) stoffen nodig: verderop in deze tekst staat welke soorten je kunt gebruiken, al kun je dat ook helemaal zelf bepalen. Afmetingen van de stoffen mag van alles zijn: stroken, lange /grotere stukken, fat quarters of kwart meters enz. : alles hangt af van het aantal verschillende soorten stoffen die je gaat gebruiken en waar je ze op de sandwich/het block wilt zetten. Zelf heb ik zo’n 20 soorten stoffen, van quiltstoffen tot lamé en velours de panne, diverse kleuren. Bedenk dat je er altijd stoffen bij kunt pakken, als je qua soorten te kort komt. Er wordt dus geen specifieke hoeveelheid stoffen opgegeven, buiten het basispakket om – terwijl je bezig bent vul je het eventueel aan. (Gebruik je alleen quiltstoffen? Dan kun je volstaan met fat quarters of kwart meters van ca. 1.10m breed. Gebruik je (ook) feeststoffen of speciale stoffen zoals bij deze originele quilt, bedenk dan dat deze vaak op 1.40/1.50m breed te koop zijn – als je kwart meters van elk neemt, diverse soorten, kom je ook al een heel eind).
Het patroon voor het eerste blok kun je hier downloaden: het bestaat weer uit 2 x een A4tje, met nog een 3e patroon – een Crystal – voor het ‘midden’. Uiteindelijk heb je dus 3 papieren nodig om dit blok te maken.
Blok 1 – linkerdeel
Blok 1 – rechterdeel
Blok 1 – Crystal
Bij dit Crazy Crystals Mystery Project 2018 ga je werken met VIER basismaterialen: op de afbeelding hierboven zie je van links naar rechts: Vlieseline L11 – zwarte (batik) quiltstof – 100% Bamboo tussenvulling – ecru achterkantstof .
Je kunt de stukken die je nodig hebt voor dit hele project eventueel al snijden of knippen, nav. de informatie die je bij de voorbereiding in het bericht van 18 december 2017 kunt vinden, of je snijdt/knipt per maand wat je nodig hebt. Bij dit Crazy project zijn alle blokken gelijk van formaat.
Waarom Vlieseline L11 als bovenlaag? Dit vlies is dun maar toch stevig genoeg om op te werken. Het geeft geen extra dikte aan de sandwich, dus blijft die enigszins soepel, ook na het opnaaien van stoffen en het maken van de siersteken. Daarnaast is het doorzichtig genoeg om lijnen op te tekenen, en dat is weer handig voor het Crazy Patchwork. Snij/knip 12 stuks van elk 32 x 45 cm.
Waarom een Zwarte (batik) quiltstof? Die is voor elk ‘middenstuk’ met de Crystal gebruikt gaat worden. Omdat mijn werkstuk verder uit goudkleurige, bruine en paarse stoffen van verschillende kwaliteiten/soorten bestaat, gebruik ik zwart als basiskleur om steken en effecten op te zetten. (Als je zelf een andere kleur wilt gebruiken, zorg er dan voor dat deze voldoende contrast biedt ten opzichte van de andere stoffen die je op gaat naaien. OOK BELANGRIJK: zorg ervoor dat de gekozen stof (als je geen zwart neemt) EFFEN is – dus GEEN print bevat. Je gaat hier veel effecten opzetten: een printstof zou niet handig zijn, omdat je dan de effecten niet meer voldoende ziet, terwijl deze stukken juist de blikvangers van je quilt worden. Snij/knip 12 stuks van elk 20 x 30 cm.
Waarom een 100% Bamboo tussenvulling? Omdat dit een dunne, compacte en zachte tussenvulling is. Aangezien je in zoveel richtingen steken gaat zetten en op diverse manieren de sandwich vol gaat maken, is het beter om een tussenvulling te nemen die niet wrikt, niet schuift en geen hoogte geeft: vooral vanwege het laatste omdat hoe dikker de vulling is, hoe meer het materiaal krimpt bij quilten – alle lagen worden naar elkaar toe getrokken, dus de verstoringen van de delen die niet gequilt worden zijn dan groter. Daarnaast is deze tussenvulling van Matilda’s Own anti allergisch – ook niet onbelangrijk! En dan nog een reden om bv. GEEN polyester te nemen: als de naald van de machine vele malen door de sandwich heengaat – en dat is bij het maken van siersteken zeker het geval – geeft dat frictie… metaal met synthetisch materiaal kan electriciteit opwekken, waardoor garens kunnen opstropen en breken, maar zeker ook kan het voorkomen dat er af en toe een deel van een siersteek niet meegenomen wordt. Onregelmatigheden komen meer voor als je zo intensief steken zet, en ook dat wil je niet laten gebeuren! Snij/knip 12 stuks van elk 32 x 45 cm.
Waarom een ecru achterkantstof? Deze stof is een voorlopige achterkant van de sandwiches: aangezien er vanalles op de sandwich gebeurt qua quilten en met de hand opnaaien van pailletten en kralen, ziet die achterkant er niet netjes uit nadat alles klaar is, en dat hoeft ook niet. Door een stof achter de sandwich te zetten komen de lagen goed bij elkaar, en – zodra alles klaar is en de quilt helemaal in elkaar zit – voeg je gewoon een mooie achterkantstof toe… heel simpel. Snij/knip 12 stuks van elk 32 x 45 cm.
Bewaar alle reststukken van ecru, tussenvulling en Vlieseline L11, om als proeflapjes te gebruiken: die heb je nodig om steken uit te proberen, en om te kijken hoe je kunt werken op de aparte stoffen (want we gaan heel veel soorten stoffen gebruiken, niet alleen maar quiltstoffen!).
Voor de blokken: je gaat werken op een sandwich, wat uiteindelijk je blok wordt – deze wordt gemaakt van ecru achterkantstof, 100% bamboo tussenvulling en Vlieseline L11.
Het patroon voor het blok bestaat uit twee helften: een linker en een rechter deel.
Knip één patroon langs de stippellijn uit en plak het op het andere patroon. Doe dit zodanig, dat alle lijnen netjes doorlopen. Controleer of de binnenste dichte lijnen van de rechthoek op de papieren patronen 25 x 38 cm aangeven, dan weet je zeker dat je patroon goed uitgeprint is. (Soms kan het gebeuren dat – als je een .pdf bestand uitprint, deze geen 100% aangeeft, vandaar de controle). DOE VERDER NIETS MET DEZE MATEN – het is alleen een controle middel om te zien of alles op de juiste grootte is gezet.
Leg het patroon nu op tafel (het liefst op een wit oppervlak), of op een lichtbak. Leg het stuk Vlieseline L11 van 32 x 45 cm bovenop, zodanig, dat de rechthoek van het patroon in het midden van het Vlieseline L11 ligt. Neem een ballpoint en liniaal en teken alle lijnen van het patroon over op Vlieseline L11 (alleen de lijnen, NIET de cijfers – die zijn alleen voor de werkvolgorde). Teken de lijnen verder dan de rechthoek die je in het midden ziet (die was 25 x 38 cm, en die hoef je NIET te tekenen), om er zo zeker van te zijn dat je de stoffen tot aan de zijkant van de sandwich zult naaien, en dat je de stekenrijen ook helemaal tot aan de zijkanten doortrekt. Links op de afbeelding zie je mijn stuk Vlieseline L11 met de getekende lijnen, die helemaal tot aan de zijkant getekend zijn.
DE SANDWICH VAN ELK BLOK MOET 32 X 45 CM GROOT ZIJN, en bestaat uit 3 basislagen: ecru stof onderop, 100% Bamboo tussenvulling er tussen en Vlieseline L11 met de getekende lijnen als bovenste laag.
Dit is dus de maat waarop je gaat werken. Zorg ervoor dat je steken zo ver mogelijk naar de buitenrand van elke sandwich gaat lopen, en je zoveel mogelijk de ruimte opvult met de opdrachten die je per maand krijgt. Lege plekken van een sandwich/blok kunnen in maand 12 nog opgevuld worden met extra versieringen. Elk blok dat je van dit project CCMP2018 gaat maken, heeft dezelfde afmeting – 12 stuks uiteindelijk. Heb je een blok afgewerkt, SNIJ DAN NIETS AF, maar leg het weg tot de laatste aanwijzingen in maand 12!
Het patroon voor het ‘middendeel’ is elke maand een Crystal – een sneeuwkristal, die je elke maand gaat bewerken. Ik schrijf ‘middendeel’ tussen haakjes, omdat geen enkele Crystal exact in het midden van een rechthoekig blok komt. Het is echter de blikvanger van je blok, vandaar dat het er wel als een ‘midden’ uitziet.
De stof voor het ‘middendeel’ met de Crystal is de zwarte (batik) quiltstof: hiervoor heb je – via het schema van 18 december 2017 – 12 stukken van 20 x 30 cm gesneden/geknipt. Pak één zo’n stuk en leg dit op het papieren patroon, dat je op een lichtbak hebt gelegd.
Heb je geen lichtbak? Plak het papieren patroon dan op een raam,met Scotch Magic Tape.
plak daar de zwarte stof overheen: zo zie je ook de lijnen doorschijnen.
Hier even een foto, dichterbij gemaakt, om te laten zien dat je de lijnen prima door de stof heen ziet.
Neem een witte wateroplosbare stift (of een blauwe als dat op jouw gekozen kleur stof beter uitkomt), en teken de basislijnen van de Crystal vorm over.Wacht even tot je de lijnen goed ziet – soms duurt het even een paar seconden voordat de witte lijnen duidelijk zijn. Ga dus niet meerdere lijnen over elkaar tekenen, want hoe meer je tekent, hoe lastiger het is om ze naderhand weg te krijgen.
De dichte lijnen op het papier rondom de Crystal geven de vorm van het uiteindelijke stuk aan: knip – na het overtekenen – de vorm PLUS ruim 1 cm naadtoeslag aan alle kanten uit het papier: dit is je mal.
Gebruik deze mal door dit bovenop de zwarte stof met de Crystal te leggen. Pak spelden en zet deze in de eindpunten van de getekende lijnen, door het papier en de stof heen, om zo de papieren mal goed te positioneren.
Snij of knip de stof rondom het papier uit (op de afbeelding zie je linksboven de papieren mal, linksonder de uitgeknipte zwarte stof en rechts het Crazy patroon voor je blok) ..
en leg deze uitgeknipte zwarte stof met de Crystal tekening op de juiste plek op je sandwich. (Aan alle kanten moet er een naadtoeslag van ruim 1 cm uitsteken). Teken dan de lijnen rondom de zwarte stof nog even op, zodat je het exacte vlak krijgt waarbinnen de Crystal valt: je ziet hiervoor een ‘kader’ staan met naadtoeslagen daarbuiten.
Speldt het geheel met Flower Pins, dan kun je beginnen met dit ‘middendeel’ te versieren.
Voorbereiding van je machine: zorg dat je machine schoongemaakt is en klaar voor gebruik. Kijk of je het juiste voetje gebruikt om siersteken mee te maken. Bij de BERNINA 770QE waar ik mee werk gebruik ik open borduurvoetje voetje #20C: die heeft een grote opening aan de voorkant, over de hele breedte van 9 mm (de uiterste breedte die mijn siersteken kunnen maken. De grote uitsparing aan de onderkant van de voet zorgt daarbij voor perfect materiaaltransport bij dichte steekpatronen. Bij je eigen machine kan dat overigens een andere breedte zijn, bv. 5mm.) Sommige voetjes hebben in het midden een groef: dit is handig om een middellijn van een siersteek te kunnen volgen. Maar ook als je dat niet hebt (zoals bij mijn voetje), dan kun je de zijkant van het voetje altijd als geleiding gebruiken. Eventueel gebruik je je ‘gewone’ persvoetje, als daar een opening opzit die breed genoeg is om de breedste siersteken van je machine te maken.
Zet voldoende spoeltjes vol met ondergaren: ik gebruik DecoBob van Wonderfil in geel- en bruintinten, paars en zwart: een prettige dikte (#80wt) dat bij alle machinegarens past. (van dit merk heb je zelfs pre-wound spoeltjes, die je kant-en-klaar kunt aanschaffen. Maar kijk uit: informeer eerst of deze in je machine passen – bij de Bernina 770QE kan ik ze NIET gebruiken, vanwege de extra grote spoeltjes, maar spoel ik het garen zelf op via een klos).
Je kunt proberen om met één basiskleur ondergaren te werken, maar dan kan het zijn dat bij bepaalde siersteken de onderdraad bovenop te zien is, zeker als de (boven)spanning niet helemaal goed staat, en dat is niet mooi. Met bijpassende kleuren ondergaren hoef je daar in ieder geval niet op te letten.
Gebruik net zoveel verschillende bovengarens als je maar wilt: zorg er alleen voor dat het machinegarens zijn (geen handgarens: daar zit wax in en dat kan het binnenwerk van je machine verstoren). Zelf gebruik ik ook metaalgarens, en katoen- en polyester garens. Net hoe het uitkomt en welke kleur ik nodig heb. Je kunt overigens altijd garens toevoegen: op de afbeelding zie je mijn ‘startersset’: het zit er dik in dat ik er later nog andere garens bij pak, omdat er steeds iets nieuws binnenkomt… Om alle garens soepel door het oog van de naald te laten lopen, is het aan te raden een TOPSTITCH naald 90/14 te gebruiken.
Omdat ik bij dit eerste blok direct met goud/metaalgaren ga werken, heb ik een TOPSTITCH 90/14 naald op mijn machine gezet. Voordeel van deze naald is het grote oog, de korte afstand van oog tot punt en de sterkte ervan (titanium coated), waardoor de naald langer meegaat (normale naalden gaan 8 werkuren mee, deze naald 5 tot 8 x zo lang). Met deze naald kan ik alle soorten garens gebruiken, OOK METAALGAREN, dus hoef ik niet steeds van naald te wisselen.
Zet het klosje goudgaren eventueel wat op afstand, op een garenstandaard, weg van je machine, om zo de spanning te ‘verlagen’. Dat moet zeker als je een ‘cone’ met garen gebruikt: een grotere ‘klos’, die breder is aan de onderkant, zoals je op de foto hierboven ziet: deze past niet op de gewone kloshouder(s) van je machine.
Wat je ook kunt gebruiken: een extra garenstandaard (de Multigarenkloshouder) die je op je machine kunt bevestigen. Deze is oa. voor de B770QE maar ook voor veel andere types BERNINA machines verkrijgbaar. Je kunt daar verschillende garensoorten al opzetten. Door de verhoogde draadgeleiders wordt de spanning van de garens beter ‘verdeeld’, en kun je dus ook je metaalgarens hier opzetten. Als je op de BERNINA website kijkt bij accessoires, zie je een video voor het opzetten van deze kloshouder.
Normaal gesproken hoef je de bovenspanning van je machine niet te veranderen, als je machine dit automatisch instelt. Het kan wel nodig zijn als je met metaalgaren werkt. Daarbij is het zeker belangrijk om steken maar langzaam te maken. En maak eerst een proeflapje.
Zet een dun ondergaren op je spoeltje: ik gebruik altijd DecoBob/Wonderfil, omdat dat bij álle garens past. Ik pas de kleur DecoBob aan aan het bovengaren, zodat ik zo min mogelijk kleurverschil heb, als de onderdraad eventueel toch iets door de stof heen zou komen. Normaal gesproken is dat niet de bedoeling: als je bovenspanning goed staat ingesteld, moet de bovendraad juist iets naar onderen getrokken worden. (Voordeel van de spoeltjes van de B770QE: ze zijn flink groter, dus kan er meer ondergaren op. Dat betekent minder wisselen van spoeltjes).
Voor een proeflapje leg je alle materialen die bij je blok gebruikt gaan worden op elkaar: in dit geval is dat ecru stof, 100% bamboo tussenvulling, Vlieseline L11 en daar bovenop de zwarte stof. Maak proefjes van steeds 1 x de steek (stel dit in, of kijk zorgvuldig wanneer de steek écht eindigt).
Haal bij het begin de onderdraad naar boven: houdt beide draden vast als de eerste steekjes gemaakt worden. Als je machine over een automatische knipfunctie beschikt bij het einde van de siersteek (knopje indrukken), dan kun je dit natuurlijk gebruiken, maar ook kun je er voor kiezen om de draad aan het einde zelf naar binnen te zetten – dit doe je dan handmatig; zowel met de begindraden als met de einddraden.
De Crystal die je op de zwarte (batik) quiltstof getekend hebt, kun je bewerken met verschillende steken. Nu kun je – als je dat wilt – het jezelf heel makkelijk maken, en alle getekende figuren met een stiksteek bedekken, gebruik makend van mooi siergaren. Dat geeft al een mooi effect. Je kunt daar naderhand kralen, pailletten, Hotfix steentjes ed. op zetten, waardoor de figuur gaat schitteren. Dus ook met eenvoudige lijnen/stiksteken wordt dit een prachtig geheel.
Maar je kunt ook wat siersteken gebruiken, al hoeft dat niet teveel, omdat de figuur van de Crystal al bewerkelijk genoeg is.
Om vantevoren te weten hoe de siersteken er uit zien, heb ik van ALLE steken die ik op mijn machine kan vinden proefstukjes gemaakt, om een goed overzicht te hebben: elke steek 1 x (kun je instellen op je beeldscherm), om zo ongeveer te kunnen bekijken hoe lang en hoe breed een steek via de standaard-instelling van mijn B770QE is. Zo heb ik een heel boekwerk gemaakt. Dat hoef jij niet te doen, maar wel is het belangrijk om per steek een proeflapje te maken, waarbij de steek 1 x helemaal gemaakt wordt. Je kunt natuurlijk bij de steken in je handboek kijken, maar die staan vaak allemaal op dezelfde maat in vakjes, en dat zegt niet dat ze ook daadwerkelijk allemaal even lang of breed zijn als je ze maakt. Als je de lijntjes van de Crystal wilt bedekken, moet je vantevoren weten welke maat steek daar in past.
De basislijnen van de Crystal worden met stiksteken gemaakt. Ook worden er wat siersteken toegevoegd, maar niet teveel, omdat het anders te druk wordt.
Via het proeflapje heb ik een stiksteek met gouddraad gemaakt: onderdraad naar boven, beide draden vasthouden en dan steken maken, aan het eind de onderdraad weer naar boven gehaald (dit voorkomt ‘vogelenstjes’ onderop = lussen van steken), uiteindelijk netjes in de sandwich weggewerkt en afgeknipt. Zo zie ik of de steken netjes gemaakt zijn, of de lengte van de steken goed is (met metaalgaren altijd iets grotere steken maken) en of de bovenspanning in orde is. Alles ziet er goed uit.
Dan kunnen de drie basislijnen van de Crystal gemaakt worden, met goudkleurig metaalgaren, op dezelfde manier als ik bij het proeflapje heb gedaan.
De draden van begin en einde werk ik met de hand weg, door ze tussen de boven- en tussenlaag van de sandwich heen te halen.
Daarna ga ik kijken aan de hand van mijn proefstukjes in mijn map, welke steken ik ga gebruiken. Nu heb ik wel al die proefstukjes – één per steek – gemaakt, maar dat wil niet zeggen dat deze steken ‘vast’ staan. Ik kan ze nog versmallen, soms nog verbreden, verlengen, uit z’n vorm brengen enz. Dat gaat ook veelvuldig gebeuren, en dat betekent heel veel proefstukken maken (waarvoor dus alle restanten/overgebleven stukken ecru stof, bamboe tussenvulling en Vlieseline L11 bedoeld zijn).
Voor de binnenste ‘ster’ heb ik een voor eenvoudige locksteek gekozen (steek 12 van de B770QE), die je ook als siersteek kunt gebruiken. Ik ben steeds vanaf de basislijn begonnen: onderdraad naar boven gehaald, en dan een vast aantal steken gemaakt (in dit geval 6 x herhaald). Mocht het begin- en/of eindpunt niet netjes zijn, bv. als je diverse malen een begin- of eindsteek hebt gemaakt, dan kun je er naderhand een kraaltje, paillet, Hotfix steentje enz. op zetten. Dan bedek je dat en ziet het er ook nog eens bijzonder uit.
Dit is de achterkant: hier zie je dat de spanning prima is: de ster ziet er goed uit.
De andere korte lijntjes op de basislijnen heb ik met stiksteken opgevuld, en uiteindelijk de losse lijnen tussendoor met een grotere siersteek (steek 151 van de B770QE). Het middendeel is wat mij betreft prima zo. Het hoeft niet drukker, omdat het nog versierd gaat worden. Kijk hoe je het zelf het leukste vindt.
Hierna kun je de witte wateroplosbare lijnen weghalen: gebruik de plantenspuit om de lijnen nat te maken, en laat het geheel daarna goed drogen. Nu zie je ook hoe belangrijk het was om de lijnen NIET te dik op te tekenen – hoe dikker, hoe lastiger weg te halen. Als je nog wat blijft zien van deze witte lijnen, kun je dit naderhand bedekken met kralen, pailletten, Hotfix steentjes enz. Zorg er wel voor dat je sandwich volledig droog is, voordat je naar de volgende fase gaat.
En dan kun je gaan werken met allerlei soorten/types stoffen: niet alleen quiltstoffen maar ook feeststoffen en kledingstoffen, mits ze niet te dik zijn. Zo heb ik bv. een aantal kleuren Lamé (goud, roest en paars): dit is stof met een metaalachtige bovenlaag (rechts, de glimmende kant), bedrukt op een tricot onderlaag (links, de doffe kant). Deze stof kun je beter NIET strijken! Hij is redelijk stevig (afhankelijk van soort en kwaliteit), dus dat is ook niet noodzakelijk. Wel een schitterende stof met een feestelijk effect.
Ook kun je tule, Velours de Panne (op de foto hierboven zie je twee kleuren: paars en lichtbruin. De velourskant is zacht en pluizig, de onderkant is effen), kant, taftzijde enz. gebruiken, naast quiltstoffen. Deze stoffen ‘gedragen’ zich anders dan quiltstoffen: soms zijn ze elastisch/rekbaar, soms zijn ze doorzichtig, en soms bestaan ze uit een geperste bovenlaag op een kunststof/gebreide onderlaag. Kortom: vreemde stoffen waarbij je écht een proeflapje moet maken om te zien hoe de steken daarop gemaakt kunnen worden.
Velours de Panne moet gestabiliseerd worden: het rekt enorm en is heel flexibel. De stof zou kunnen uitrekken bij het opnaaien, en dat wil je niet. Ik strijk daar een laag Heatn’Bond Lite (soort Vliesofix) achter. WEL BELANGRIJK om de strijkbout niet te heet te zetten (tussen de 1 en 2 bij mijn strijkbout), omdat de stof synthetisch is. Te heet: stof kan smelten of verbranden.
Controleer of de lijmlaag van het Heatn’Bond Lite gepakt heeft, door een stukje van het beschermende papier weg te halen.
Als je deze stof op gaat naaien – op de kant van de lijmlaag van het Heat’n Bond Lite – zal het ‘gewone’ persvoetje er niet over ‘glijden’, maar vast blijven zitten. Je kunt hier twee dingen aan doen:
1) Gebruik een zigzagvoetje met glijzool, #52C of #52D.
2) Leg patroonpapier op de Heat’n Bont Lite kant, naai daarop, en scheur dat naderhand weg (dat heb ik gedaan, zie verderop in de tekst).
Soms ga je twee lagen stof op elkaar leggen, voordat je beiden (tegelijk) op de sandwich naait. Dat is zeker belangrijk als de bovenste doorschijnt, zoals bij tule, organza en dun kant: dit voor een speciaal effect. De onderste stof is een basis, waarvoor je(bijna effen) batiks of quitlstoffen kunt gebruiken in bv. zwart, paars en goudkleur: afhankelijk van de stof die bovenop komt te liggen. Als ik bv. paarse tule gebruik, neem ik een zwarte of goudkleurige batik eronder, gebruik ik een goudkleurige tule of open metaalstof, dan neem ik een zwarte of paarse stof eronder. Keuze aan jezelf: belangrijk is wel dat beide stoffen/effecten goed uitkomen.
Als je van alle stroken van het Crazy Patchwork een goede afmeting wilt hebben, maak dan papieren malletjes inclusief naadtoeslag: zorg ervoor dat er zeker 1 cm naadtoeslag rondom aanwezig is – dus de afmeting van de strook PLUS rondom naadtoeslagen. Knip zo’n malletje uit, en leg het op de gekozen stof – let op dat je het op de juiste manier neerlegt. Knip of snijd het stuk stof uit, en naai het omgekeerd op voor strook no. 1. Dat doe je uiteindelijk hetzelfde met no. 2, no. 3 enz.
Lapje voor no. 1 heb ik op maat geknipt en als onderdeel 1 op de sandwich genaaid: ik heb het omgekeerd op het middendeel gelegd, stiksteek gemaakt, lapje no. 1 omgeslagen naar de goede kant. Je ziet op de foto dat ik een Flower Pin (lange quiltspeld) in de naadtoeslag van lapje no. 1 heb gezet. LET OP: bij sommige stoffen blijf je gaatjes zien als je er een speld in zet, zoals bv. bij Lamé. Doe dat altijd IN de naadtoeslag, waar je naderhand niets meer van ziet. Mooi he? Die goudkleur…
Nu een aantal stiksteken op de Lamé goudkleur zetten: nieuwe Topstitch naald ingezet (controleer of er geen scherpe stukjes/bramen aan de punt van de naald zitten – ze kunnen de stof beschadigen). Ik maak niet teveel rijen met steken, omdat ik het effect van de bijzondere stof uit wil laten komen. Alleen een paar rijen (soms maar één). Je kunt dit naderhand eventueel weer opvullen met kralen, pailletten, Hotfix steentjes enz.
Strook voor strook opnaaien, en er één of meerdere rijen steken op maken. LET OP: als je steken op Velours de Panne of een andere laagpolige velours maakt, zorg er voor dat het machine garen dat je gebruikt wel zichtbaar is: te dun garen valt weg tussen de ‘pool’ van deze stof, dikker garen komt wat meer naar boven.
Ook belangrijk bij het maken van steken op Velours de Panne: werk met de vleug mee – om de vleug te vinden ga je met je hand over de stof. Als de stof glad en zacht aanvoelt, werk je met de vleug mee. Als de stof ruw aanvoelt, werk je tegen de vleug in. Met de vleug mee werken met het maken van steken, geeft een beter resultaat.
Zorg voor voldoende contrast/kleuren bij het maken van siersteken. Omdat ik veel goudkleur gebruik, maar ook bruin/roest, paars en zwarte stoffen, werk ik met contrasterende kleuren garens: bv. paars en zwart op goud, paars en goud op roest, enz. Anders komen de steken niet goed uit, en dat zou jammer van al je werk zijn.
Voor de volgende strook no. 2 gebruik ik Velours de Panne: ik heb hier Heat’n Bond Lite achter gestreken, en de papieren beschermlaag weggehaald. Als ik dit nu zo onder mijn naaimachine leg, en met een stiksteek de stof op de sandwich wil naaien, dan blijft mijn ‘gewone’ voetje #20C hangen. De Heat’n Bond Lite laag is te stroef, en het voetje is niet glad. Zoals hierboven al was aangegeven, heb ik een stukje patroonpapier op de achterkant van de Velours de panne gelegd, en daar een stiklijn op getekend.
Nu gaat het naaien prima: alles schuift goed door tijdens het maken van de stiksteek, om de stof op de sandwich vast te zetten.
Naderhand scheur ik het papier weg: lukt ook goed. Handigheidje dus.
En kijk eens hoe mooi de stof er uit ziet… Dan wat steken er op zetten (met de vleug mee!).
Hier zie je dat ik al diverse lapjes heb opgenaaid en van steken voorzien. Nogmaals: niet druk maken om ‘lege’ plekken: die kunnen altijd nog opgevuld worden met allerlei versierselen. Het ziet er al heel feestelijk uit, door de glanzende stoffen en het gebruik van oa. metaalgarens.
Verder en verder gaat het, ook batiks met drukke prints heb ik gebruikt. Daar zet ik glanzend metaalgaren op, of een afstekende kleur garen, om de siersteken te maken.
Mijn eerste blok is klaar: als laatste heb ik een stuk zwart/goud paillettenband dwars op het blok genaaid, iets schuin, voor een speciaal effect. En kijk eens hoe ik het middenstuk/de Crystal bewerkt heb…
Met allemaal Hotfix steentjes: ze schitteren je tegemoet. Ik heb ze op alle uiteinden van gemaakte steken/lijnen gezet, en nog wat ertussen. Nu is het een échte ijskristal!
Zo kun je dus het eerste blok maken: als je de basis rustig houdt, kun je met drukke prints, diverse soorten stoffen en leuke garens een bijzonder effect bereiken. Ook het uiteindelijk versieren van je blok maakt het áf… DENK ER WEL OM dat je met het opnaaien op andere delen van je blok van kralen, pailletten, knopen, bedeltjes of het vastzetten van Hotfix Steentjes 5 cm vanaf de kant blijft – RONDOM HET BLOK OP EEN BREEDTE VAN 5 CM NIETS TOEVOEGEN, dit ivm. het in elkaar zetten van het blok in maand 12.
Ook is het belangrijk het blok NIET netjes te snijden, of terug te snijden tot een bepaalde maat! LAAT HET BLOK ZOALS HET IS en leg het weg. Pas later krijg je meer aanwijzingen over afwerking, net zoals bij het vorige Crazy project (2017).
Maak er weer wat moois van, laat je blok schitteren!
Tot de volgende keer,
Quiltgroeten
Sylvia Kaptein
Sylvia’s Art Quilts Studio
Weet je overigens dat ik voor dit/mijn nieuwe Crazy Crystals Mystery Quilt 2018 project ook een FaceBook groep heb opgericht? Daar kun je gratis lid van worden, om met elkaar te delen wat je allemaal maakt.
Denk er ook aan om je foto’s in de COMMUNITY van deze BERNINA Blog te plaatsen: altijd leuk om je eigen werk maar ook dat van anderen daar in te zien.
https://uploads.disquscdn.com/images/d7a065a8487aa290dde25aa2826b91557e1a89805dfe12070805f85f57351450.jpg
Het eerste rondje is klaar! Kleuren niet zo sprankelend als in ‘t echt.
ziet er prima uit, leuk werk he?
Een hele uitdaging op mn nieuwe Bernina 570 QE. Heel veel werk maar leuk om te doen!
Een goede manier om alles uit te proberen
Ooh dat wordt wel heel verleidelijk om mee te gaan doen, mooi Sylvia!!
Gewoon doen ,joh! Op je eigen tempo en op je eigen machine, fijn bezig zijn
Vind t zo leuk dat het tegen de feestelijke decembermaand dan misschien ook klaar is, dus ja, ik denk dat ik ga beginnen!
Kan ik nu nog instappen?
Natuurlijk kan dat! Je kunt op elk moment – wanneer je wilt – beginnen. Dat kan met dit huidige Crazy Colors Mystery Project 2018, maar ook nog met het vorige Crazy Colors Mystery Quilt 2017 project.
Alles wordt op de 15e van eike maand doorgegeven: wil je de voorbereidingen bekijken van dit 2018 project, dan kun je het BERNINA Blog bericht van 18 december 2017 terugkijken – daar staat alles in!