Het blijft leuk om met gouddraad te werken: het sprankelt je tegemoet in allerlei projecten. Ik wil graag een speciaal effect bereiken, zodat het goudkleurig metaalgaren goed uitkomt. Soms kijk je dan niet naar de oorspronkelijke steek, want ik heb het afwerkende effect voor naden niet nodig, maar zal heteffect meer op de achterkant het effect liggen. Dat kan bv. met steek 11….
Allereerst heb ik een Topstitch 70/10 naald ingezet (linkernaald, waar er 2 bij elkaar gezet moeten worden), daar waar het goudkleurig metaalgaren doorheen gehaald wordt. Ook het garen voor de ondergrijper heb ik vervangen: goudkleurig/geel.
Daarbij heb ik het mezelf een beetje makkelijk gemaakt: ik heb de draden van de ‘vorige’ klossen bovenop afgeknipt, de nieuwe klossen opgezet, aan de draad van de ‘vorige’ geknoopt (klein knoopje) en de draad bij de laatste metalen ‘lus’ boven de naald doorgehaald. Dat moet wel voorzichtig, omdat het kleine knoopje door alle spanningsschijven gehaald moet worden. Maar op deze manier hoef ik niet de draden helemaal opnieuw in te spannen…
Omdat de klosjes die ik nu opgezet heb niet groot zijn – een kleine opening aan de onderkant hebben – heb ik de plastic kloshouder stiften weggehaald, zodat alleen het staafje voor het opzetten van een klos garen overbleef. Deze kloshouderstiften zijn bedoeld om de grote openingen aan de onderkant van grote conen op te vullen, zodat ze niet gaan wiebelen tijdens het maken van locksteken.
Gebruikte garen voor deze proef: bovendraad/naald Spotlite metaalgaren van Wonderfil (Wt 40), grijperdraad Seralene van Mettler (Wt 120). Eens kijken of dit gaat werken…
Als je merkt dat het gouddraad tijdens het maken van de steken gaat draaien, kringelen of in elkaar gaat zitten bij de klos en verderop, zet dan een kousje over de klos: zo’n kousje zit bij de standaard attributen. Je kunt het kousje over de klos doen, en de draad gewoon door de grote opening van boven laten komen, maar sommigen halen de draad eerst opzij/boven door een kleine opening in het netje van het kousje, omdat de draad dan nog minder kan kringelen. Net wat je gewend bent.
Ik ga zoals gezegd steek 11 gebruiken: een 2-draads overlocksteek voor randafwerking, waarbij alleen met de linkernaald gewerkt wordt en één grijperdraad. Via ‘Set’ van de Overlocker 1300MDC heb ik deze steek uitgekozen…
en ga de instellingen op de machine aanpassen:
Linkernaald ingezet… spanning op 2.0
Grijperdraad (rode draad qua opzoeken) ingezet… spanning 5.0
Bovenmespositie naar beneden, oftewel ingeschakeld
Mespositie qua afstand 1-3, op 2 gezet
Rolzoomhevel omhoog
Steeklengte op 2.5 – dit is nog even uit te zoeken, vanwege het metaalgaren
Differentieel transport op N (Neutraal)
Bovengrijperafdekking erop gezet (omdat de (blauw) draad van de bovengrijper niet ingeregen wordt, wordt deze met dit kapje afgedekt. Op blz. 50 van je handboek wordt dit allemaal uitgelegd.
Coverafdekking = niet nodig
Regelhendel voor bovengrijper ingeschakeld
Hier zie je dat ik de bovengrijperafdekking erop gezet heb: pijltje links laat zien dat het pennetje in het gat van de grijper zit, pijltje rechts wijst naar de bovengrijperafdekking.
Voor het maken van deze steken heb ik een strook zwarte batik gepakt, ca. 15 cm breed en ongeveer 40 cm lang, en met witte wateruitwasbare stift lijnen getekend over de breedte, op 2 cm afstand van elkaar (ik ga deze strook later verwerken in mijn Crazy Crystals Mystery Project 2018 quilt!). Je kunt ze ook op 2,5 cm afstand van elkaar zetten, voor een iets bredere opzet.
De stof heb ik op de eerste witte lijn omgevouwen, zodat deze witte lijn nog net te zien is. De stof onder de 1300MDC gezet, en langzaam – het is een proef – steken laten maken.
Daarbij heb ik gezorgd dat de witte lijn die ik nog kon zien, nét door het mes afgesneden wordt – een smal strookje zwarte stof valt in het opvangbakje.
Zo ziet de eerste rand met gemaakte steken er uit: nog niets speciaals zul je zeggen… gewoon maar doorgaan.
Op dezelfde kant (dat is belangrijk) maak ik zo op dezelfde manier stekenrijen, waarbij de batik op de volgende witte lijn omgevouwen wordt. Kijk wel uit: door de dikte van de eerste/vorige rij steken is het belangrijk om rustig te beginnen, om de naald/voetje goed over het eerste deel te laten gaan. Voer het met je handen een beetje mee. Ook knip ik de losse rij locksteken die aan het begin van de rij gemaakt zijn (ivm. het doorvoeren van het lapje ná het maken van de steken, zoals je altijd bij een lockmachine doet) af te knippen, om te voorkomen dat die in de weg gaan zitten.
Maak je niet druk over het feit dat het begin en het einde van de gemaakte steken op de zwarte stof niet mooi zijn: dit deel naai je weg als je deze strook ergens tussen naait. Eigenlijk moet je in dit geval ca. 1 tot 1 1/2 cm vanaf de kant niet meerekenen, als je een bepaalde breedte van deze strook wilt overhouden. De machine snijdt smalle randjes van de zwarte batik af, als je de stof nét voorbij het mes houdt tijdens het maken van steken.
Wat je ook zal opvallen is dat de strook heel kort wordt. Door het maken van de steken krimpt de lengte, al ben je hierna nog niet klaar! Uiteindelijk houd je wel een redelijk deel over, maar het is wel belangrijk om hier vantevoren rekening mee te houden, als je een bepaalde lengte over wilt houden.
En dan…. trek ik voorzichtig de lap in de lengte helemaal aan, zodat de steken plat/uitgerekt worden. Dit heb ik gedaan totdat ik steeds de steken hoorde ‘kraken’, oftewel op z’n maximum uitgerekt: belangrijk dat je dat ook echt hoort, anders heb je niet het beoogde effect. Op de voorkant is het effect niet wat ik wil, maar draai de lap eens om en kijk naar het effect op de achterkant! Dát wordt uiteindelijk de voorkant.
Nu zie je waarom ik zo’n verschil ik dikte heb genomen tussen bovendraad (metaalgaren) en onderdraad (lockgaren): bij het uit elkaar trekken van de gemaakte steken zie je op de achterkant prachtige dikkere goudkleurige dwarssteken ontstaan, en dat is precies het effect dat ik wilde hebben: dit wordt dus de GOEDE kant van het werk. Het lijken net allemaal ritsen…
Deze stof ga ik niet strijken ( ivm. metaalgaren), maar wel spannen: op mijn strijkmat, met spelden, de strook met steken zo ver mogelijk uitrekken, waarbij ik wel uit moet kijken dat de draden niet op z’n strakst gezet worden… Vochtig maken met de plantenspuit, en dit laat ik een dag zo liggen.
Wil je zien wat ik uiteindelijk met deze stekenlap met gouddraad ga doen? Kijk dan op 15 maart as., bij blok 3 van mijn Crazy Crystals Mystery Project 2018!
Volgende keer weer wat uitproberen. Kijk je dan weer mee?
Overlockgroeten
Sylvia Kaptein
Sylvia’s Art Quilts Studio
0 reacties