BERNINA Corporate Blog –We zijn over de helft van dit Crazy project: blok 7 kan gemaakt worden. Wat zullen we nu gaan doen om dit blok bijzonder te maken? Mooie stofjes en garens gebruiken, en stof bewerken op een bijzondere manier.
Voor het zevende blok kun je ook weer drie pagina’s downloaden:
Blok 7 – linkerdeel
Blok 7 – rechterdeel
Blok 7 – Crystal
Print de papieren uit, Blok 7 bestaat weer uit twee pagina’s, net als de vorige keren – linkerdeel en rechterdeel.
Maak hier één groot blok van, door ze aan elkaar te plakken (stippellijn gebruiken).
Neem Vlieseline L11 – 32x45cm – en leg dit op het papieren patroon. Teken alle lijnen van het Crazy Patchwork. Trek de lijnen door tot aan de rand. Maak de sandwich van ecru stof, tussenvulling en Vlieseline L11, zet vast met Flower Pins (lange quiltspelden).
Plak dan het patroon van de Crystal van Blok 7 op een raam/lichtbak,
zet daar de zwarte stof (stuk van 20 x 30 cm) bovenop, zodanig, dat de Crystal er ruim op komt met voldoende naadtoeslag rondom (vandaar dat ik mijn zwarte stof een beetje gekanteld heb). Teken met witte wateroplosbare stift (of blauw als je een andere kleur stof dan zwart hebt) de lijnen van de Crystal weer over. NIET TE DIK!
Knip de papieren Crystal weer uit met ca. 1 cm naadtoeslag rondom, leg dit op de zwarte stof, zodanig, dat de getekende Crystal exact onder de papieren Crystal ligt, en knip het zwart op dezelfde maat uit als je papieren mal. Leg hierna de zwarte batik/Crystal op de juiste plek op het ‘middendeel’, van je sandwich, speldt dan alles vast met Flower Pins. Teken de randen van de Crystal ook even met witte wateroplosbare stift, om het vlak van de Crystal aan te geven.
Op de drie kruislijnen van de Crystal heb ik nu geen steken gemaakt, maar een smal goudkleurig glinsterbandje gelegd. Dat is weer eens wat anders. Ik heb alles vastgezet met Bohin Glue pen, een tijdelijke watroplosbare lijm, om te voorkomen dat de bandjes gaan bewegen tijdens het vastzetten.
Aan alle kanten vastgezet met steekjes: eerst de onderste, daarna de daaropvolgende, waarbij ik het midden ‘overgeslagen’ heb. Het langste stuk bandje die als laatste neergelegd is, is ook als laatste vastgezet met siersteken. LET OP: als je bandjes gebruikt die wat dikker zijn, naai dan langzaam over het middelste gedeelte om te voorkomen dat de naald breekt of er steken op elkaar gaan zitten.
Daarna het ‘patroon’ van de tekening van de Crystal zoveel mogelijk gevolgd met drie-dubbele stiksteek (steek 6 bij de B770QE), en ook wat extra lijntjes nog gezet op de uiteinden. De rest wordt naderhand weer opgevuld met Hotfix steentjes.
Voordat ik de stofjes op ga naaien, ga ik voor twee grote onderdelen 9 en 11 ga ik dit keer plooienstof maken, zgn.’ Spaced Tucks’ = plooien met ruimte ertussen, waar ik uiteindelijk in twee richtingen overheen ga naaien, om een goed plooieffect te krijgen, en dan heten ze ‘Waved Tucks’ = golvende plooien. Je hebt dit vast wel eens gezien bij moderne quilts of bij bijzondere kledingstukken, of zelfs op kussens; het is leuk om te doen en geeft meteen bijzonder effect.
Ik maak deze stroken als eerste, van batik stoffen die niet al te druk van print zijn: een lichte en een donkere stof. Voor het bovengaren neem ik later een contrasterende kleur garen, om de steken uit te laten komen. Door vantevoren deze stroken te maken, heb je een ‘nieuwe’ stof gemaakt, en kun je daarna op volgorde alle onderdelen bedekken.
Wat heb je nodig aan stof? Een extra lang stuk stof op de benodigde lengte x 2 + wat extra: uiteindelijk blijft er minder dan de helft aan lengte over. Eerst heb ik de onderdelen op de langste en breedste kanten op het patroon opgemeten en er naadtoeslagbreedte bij opgeteld.
Voor onderdeel 9 is dat 35 x 13 cm aan lengte en breedte + naden op de grootste stukken = strook stof van 80 x 15 cm
Voor onderdeel 11 is dat 50 x 12 cm aan lengte en breedte + naden op de grootste stukken = strook van 110 x 15 cm
Die stroken heb ik uit twee stoffen gesneden: voor onderdeel 9 een lichte stof en onderdeel 11 een donkere stof. Om de plooien goed te verdelen en ze ‘recht’ te kunnen maken, heb ik lijnen afgetekend met wateroplosbare stift (wit op donkere stof, blauw op lichte stof) en zet elke 2,5 cm markeringen.
Bij de donkere stof heb ik met witte wateroplosbare stift getekend, ik heb markeringen aan beide lange kanten gezet op 2,5 cm afstand. Je kunt natuurlijk ook een lange lijn zetten, dat is wellicht makkelijker.
Hier zie je dat ik op de lichtere stof met blauwe wateroplosbare stift heb getekend, ook weer aan beide lange kanten op 2,5 cm afstand. En ook hier alleen op de randen, maar nogmaals, zet eventueel gewoon over de hele breedte een streep. De stiften zijn wateroplosbaar, je ziet er naderhand niets meer van als je het uitwast.
Voor het maken van de plooien vouw je markeringen op elkaar, de 2e over de 1e zoals je op de afbeelding hierboven ziet, aldoor dezelfde kant op, en strijkt dit plat (met de hand, of met de strijkbout). Op deze manier blijven de plooien goed zitten voordat je verder gaat.
Meet wel op of de totale lengte na het plooien goed is: te kort zou betekenen dat je niet het hele onderdeel bedekt, te lang is niet erg (dat kun je altijd afknippen).
Beide stroken heb ik nu gestreken, en voorbereid op het vastnaaien van de plooien.
Om er zeker van te zijn dat ik de juiste stiksels zet, plaats ik een speld/Flower Pin op elk ‘dal’ van een plooi (dat is de vouw aan de binnenkant = stiklijn) – dat doe ik alleen onderaan, maar je kunt dat ook aan beide kanten doen. Zo zie je in één oogopslag waar je het stiksel moet zetten.
Dat doe ik op de B770QE, met een rechte steek maar wel al met een mooi garen: je blijft dit namelijk zien. Let wel goed op dat je een ‘vorige’ plooi niet mee naait – bij elke plooi even alles goed ‘weg vouwen’, en dan stikken.
Hier zie je waar je moet stikken (dal/binnenkant plooi): omdat alles gestreken is, is dit een scherpe lijn die je zonder tekenen goed kunt zien.
Na het vastnaaien van de plooien heb ik alle getekende lijnen uitgewassen (plantenspuit), en daarna weer goed gestreken (LET OP: als je direct strijkt heb je kans dat bepaalde wateroplosbaar getekende lijnen NIET verdwijnen: met strijken fixeer je ze. Eerst goed uitwassen, dan pas strijken). Op de voorkant zie je nu waarom je dit ‘Spaced Tucks’ noemt: tussen alle plooien zit nog extra ruimte. Dat heb je nodig als je de plooien om gaat vouwen in twee richtingen, om de ‘Waved Tucks’ te vormen.
De achterkant zie er zo uit na het strijken. Beide stroken maak ik alvast klaar, en leg ze weg tot ik er aan toe ben. Eerst weer stroken stof opnaaien voor de onderdelen 1 t/m 8, met steken erop enz.
Maak eens een ‘landschapje’ met siersteken: dat deed ik op dit onderdeel: eerst een basislijn van steek 6 (B770QE), die drie keer over dezelfde plek gaat = vooruit, achteruit, vooruit om zo een dikke lijn te maken, daarna huisjes (steek 919) gemaakt langs die basislijn en als laatste dwars op de basislijn tussen de huisjes bloemen op steeltjes (steek 114) gemaakt. Zo maakt je echt iets unieks!
Dan kan ik de plooienstrook voor onderdeel 9 omgekeerd vastnaaien: Leg de stof eerst met de goede kant naar boven neer (let erop dat de plooien allemaal dezelfde richting op liggen, zodanig dat de plooien omhoog wijzen als je straks de stof naar de goede kant terugslaat).
Draai de stof dan om en leg de zijrand gelijk met de naadtoeslagen van de vorige lapjes/de naailijn voor dit onderdeel. Je kijkt nu tegen de achterkant van de plooienstrook aan.
Naai de strook vast, en sla de plooienstof naar de goede kant, maak de naad plat.
Snij of knip het teveel aan stof/plooien af langs het onderdeel/de zijkant van het blok + naden! Speld of rijg dit even vast, om te voorkomen dat de stof ‘uit gaat lopen’/rekken.
Maak nu een sierstiksel op de naad van de plooistof en de vorige stoffen/onderdelen. LET OP: doe dit in de tegengestelde richting van wat je gewend bent, oftewel met de plooi mee: alles moet plat blijven liggen.
Zet op ca. 5 cm afstand van de eerste stekenrij alle plooien even met lange spelden (Flower Pins) vast, teken met blauwe stift een lijn en naai in dezelfde richting als de eerste stekenrij een sierstekenrij, je zet de plooien hiermee weer vast. Spelden weghalen naarmate je steken maakt.
Zet de plooienstrook op de zijkanten van de sandwich én op de schuine afgeknipte kant vast met een stiksteek. Kijk uit dat de plooien plat blijven liggen, dus stik weer in dezelfde richting als de gemaakte siersteken.
Draai nu je werk om en ga vanaf de andere kant werken: zoek het midden van de ruimte tussen twee plooien op (2,5 cm vanaf de kant(en)), zet met blauwe stift even een lijn en stik TEGEN de richting in, TERWIJL JE DE PLOOI ZOVER ALS KAN OMVOUWT, maak een sierstekenrij – hiermee zet je de plooien in de andere richting vast, waardoor de WAVE=golfbeweging ontstaat. Maar let op: de plooi kan niet helemaal omgevouwen te worden: je slaat als het ware alleen een stukje om die in het midden het breedste is. Zorg er alleen voor dat het werk niet gaat trekken. JE KUNT ALLEEN WERKEN DAAR WAAR JE IN HET MIDDEN DE PLOOIEN OM KUNT VOUWEN. Als plooien te klein zijn, of niet in het midden komen (bij de schuine stukken) dan laat je het zo zitten. Er komt weer een stofje overheen.
Doe dat bij het andere stuk tussen de 5 cm ruimte en de zijkant hetzelfde en werk verder tot het niet meer kan. Helaas zal bij deze zijkant een deel met het in elkaar zetten van de blokken wegvallen; omdat je niet weet hoeveel, werkt je helemaal tot aan de zijranden.
En dan is dit het resultaat van de plooienstrook op onderdeel 9. Leuk effect toch? Ik heb met batik stof gewerkt: dat is wat strakker dan bv. een wat losser geweven stof. Als je het laatste gebruikt, kun je de plooien eventueel wat verder omslaan.
TIP: als je bredere, diepe plooien wilt, werk dan op één rij ipv. 2. Hoe smaller de ruimte tussen de rijen om te plooien (in dit geval zijn er bij beide plooienstroken steeds 2),hoe minder je het om kunt vouwen. Als je maar één rij maakt, en dan in het midden daarvan de rij met omvouwen/siersteken maakt, kun je de plooi dus dieper trekken, maar dan ziet het werk er wel wat grover uit.
Dan weer verder met stoffen op onderdelen zetten, en daarna werk ik de plooienstrook voor onderdeel 11 op een vergelijkbare manier af. Ook hierbij het ‘teveel’ afgesneden. Bewaar die stukken: je kunt ze altijd weer voor een ander blok/project gebruiken.
Laatste stuk stof/onderdeel en steken er ook weer op, en dan is mijn blok 7 klaar. Van een grotere afstand ie je de plooitjes niet zo duidelijk, maar des te groter is de verrassing als je van dichtbij kijkt…
Hierbij een detail: lekker Crazy, toch? Ik ben benieuwd wat jij van dit blok 7 maakt: laat je het weer in de Community van deze BERNINA Blog zien, of op mijn FaceBook groep?
Tot de volgende keer
Quiltgroeten
Sylvia Kaptein
Sylvia’s Art Quilts Studio
0 reacties