Vanaf 20 januari jl. komen de patronen van de Australische BOW*, waar ik me voor opgegeven had, binnen. Elke week weer onderdelen van een quilt die je (op je eigen manier en in je eigen tempo) kunt maken. ‘Bijblijven’ is niet noodzakelijk, als je de patronen maar opslaat of direct uitprint, zodat je kunt werken wanneer je tijd hebt. Omdat ik al veel vragen heb gekregen om bepaalde technieken toe te lichten, laat ik via deze BERNINA Blog af en toe wat van dit project zien, want  ik maak de quilt zelf ook. Het is niet mijn bedoeling om alles te bespreken: daar gaat de ontwerpster Kathryn Kerr ©* zelf over, maar om van bepaalde technieken te laten zien hoe ik het doe, en de vorderingen van mijn quilt zelf.

Bij het eerste patroon worden de onderdelen die je moet maken geleverd als paper piecing patroon. Na het downloaden kun je deze uitprinten – zoveel als je nodig hebt (staat aangegeven) als je met de naaimachine gaat werken, of overtrekken op bv. Vlieseline L11 als je met de hand wilt werken. Maar vooral bij dat uitprinten heb je even je aandacht nodig.

Het printen van bv. paper piecing patronen is wel even een controle waard: bij bepaalde patronen staat een controle lijn van 2 inch. Zodra je een exemplaar hebt uitgeprint, is het belangrijk om met de quiltliniaal die je voor zo’n project gaat gebruiken te controleren of die aanwijzing ook écht op 2 inch uitkomt (gebruik ALLEEN die quiltliniaal met inches gedurende het HELE project, en geen andere meetlat of rolmaatje. Een échte quiltliniaal is lasergesneden, en heel accuraat. Centimeters met inches of rolmaatjes zijn dat niet. ). Mij viel het op dat ik bij de ene printer alles op 102% moest zetten en bij een andere printer op 100%. Het moet EXACT kloppen, anders worden die onderdelen te groot of te klein ten opzichte van de rest. Dat is erg belangrijk, omdat deze quilt via diverse technieken gemaakt wordt, wat toch al snel tot afwijkingen kan leiden.

TIP: download het patroon (een .pdf) dat je via de website van Aves2019 bij je account kunt vinden, of dat via je email doorgegeven wordt. Bewaar het eerst op je harde schijf/in de cloud, en haal het dán pas op om uit te printen. Zet alles op 100%. Print van alle paper piecing patronen alles eerst 1x uit om te controleren.

Ik heb álle papieren die zo’n controle lijn hadden apart gecontroleerd, omdat ik zeker wil weten dat alles exact op de 2inch uitkwam. Niet denken dat het wel kloppen zal, maar altijd álles controleren is belangrijk voor het slagen van een project waar zoveel verschillende technieken in zitten.

Ook het soort papier waar je bij paper piecing op werkt kan afwijkingen opleveren: dikker papier zorgt ervoor dat – als je het naderhand wegscheurt – het blok wat anders van formaat kan worden omdat de stekenhoogte ook de dikte van het papier meeneemt. Neem daarom altijd wat dunner papier, en zet de steeklengte op wat kleiner: dat zorgt ten eerste voor meer perforaties waardoor het papier makkelijker weggescheurd kan worden, maar ook voor stevigheid bij het wegscheuren zelf.

Bij het uitknippen van de papieren Units laat je aan alle kanten extra papier over: aan de zijkanten extra, maar bovenop (bij de ronding) nog meer ‘extra’.. Niet alleen is dat de naadtoeslag, maar ik knip altijd NOG ruimer weg van de dichte lijnen, om te zorgen dat de stoffen ruim over de naadtoeslagrand komen. Die naadtoeslagrand zie je niet, maar moet je meerekenen. Daarom goed opletten wat er aan gegevens bij de Units staan, maar ook in de bijgeleverde tekst.

De grote paper piecing Units hebben allemaal een ‘2’ als nummer hebben (Unit nummer), terwijl bovenaan de pagina bij de ene ‘1’ staat en de andere ‘2’. Het is duidelijk dat – als je naar de tekening van het ronde blok kijkt – je ziet dat alle 8 de grote onderdelen hetzelfde zijn, maarr 4 worden van de ene kleurstelling gemaakt 4 van de andere: vandaar nr. 1 en nr. 2.  Voor de duidelijkheid heb ik er zelf even een 1 en een 2 op gezet.

Mocht je gaan tekenen: knip dan ook de Vlieseline L11 ruimer uit langs de buitenranden, dus niet alleen de maat die aangegeven staat, maar extra, om er zeker van te zijn dat je blok groot genoeg wordt.

Ik gebruik altijd een vouwmal en de Add-a-Quarter linialen, ook om naadtoeslagen af te snijden. De kwart inch opstaande rand is handig bij het paper piecing zelf, maar (omgekeerd) ook om de juiste naadtoeslag af te snijden van die 1/4 inch. Als je een breder stuk moet laten zitten, gebruik dan je quiltliniaal met inches om dat op te zoeken.

Een volgende keer als ik al wat blokken ed. heb gemaakt, laat ik je zien hoe ze geworden zijn. Al doende ga ik verder, met elke week een patroon: ik houd het niet exact bij, werk op mijn eigen tempo naast al mijn andere werk, want er is nog zoveel moois te maken!

Quiltgroeten,
Sylvia Kaptein
Sylvia’s Art Quilts Studio

*AVES is een Australische Block of the Week (BOW), ontwerpster Kathryn Kerr ©, voor deelname betaal je een instapbedrag, waarna je 45 weken lang alle patronen en aanwijzingen GRATIS krijgt. Downloads worden via je email doorgegeven, net als via haar FaceBook groep, waar je je voor aan kunt melden. Dat is niet onbeperkt, dus wees er snel bij: op een bepaald moment wordt de inschrijving ‘dichtgezet’, ik weet niet of dat al gebeurd is.
Het is niet mijn ontwerp, maar ik geef af en toe mijn vorderingen door, qua opzet, technieken en kleurgebruik.