Restjes tricot

Inmiddels heb ik al meerdere blogs geschreven over het naaien met restjes tricot. Mijn restjesbakken zijn nog lang niet leeg, dus ik ga nog even door. In deze blog schrijf ik over hoe je van restjes tricot een t-shirt kunt naaien. Ik had een lap stof met allemaal hagedissen gekocht. Ik maakte hier twee longsleeves uit. De hagedissenstof gebruikte ik voor het voorpand en achterpand en de mouwen werden effen groen. Eén shirt was voor mijn oudste zoon en één shirt voor een jarig vriendje. Toen mijn jongste zoon de shirts zag, wilde hij ook graag een shirt met deze stof. Maar ik had alleen nog een restje (zie onderstaande foto). In de winkel kon ik de stof niet meer vinden. Dus ik besloot om creatief met het laatste restje om te gaan.

Het restje tricot dat overbleef na het naaien van twee shirts.

Stof snijden

Ik heb een zo breed mogelijke strook gesneden van het bovenste stuk van het restje tricot. Hiervoor gebruik ik een snijmat, quiltliniaal en een rolmes. Ik zocht een paar effen tricot restjes erbij en ook daar sneed ik stroken van.

Stof snijden met een rolmes en een quiltliniaal.

Nadat ik alle stroken stof gesneden had, heb ik ze op volgorde gelegd. Het geeft niet dat de stroken niet allemaal even lang zijn. Zorg ervoor dat je ze zo neerlegt dat het patroon op de stof past. 

Naaien

Als je alle stroken op volgorde hebt gelegd, kun je de stroken gaan naaien. Dit heb ik met de lockmachine gedaan. Ik gebruikte steek 1: de 4-draads overlock steek van de bernette 48. Als je alle stroken aan elkaar hebt genaaid, dan moet je alle stiksels naar beneden toe strijken.

Als alle naden mooi plat naar beneden zijn gestreken, kun je de naden gaan doorstikken. Ik heb steek nummer 21 gebruikt: de 4-draads coversteek. Ik heb drie verschillende kleuren naaigaren gebruikt. Allemaal tinten die terugkomen in de hagedissenstof.

Doorstikken van de naden.

Vier verschillende kleuren garen.

Het patroon knippen

Toen ik alle naden had doorgestikt, had ik een lapje stof dat groot genoeg was voor het voorpand van het t-shirt. Voor het achterpand gebruikte ik een effen groene tricot en voor de mouwen een restje oker tricot.

Vouw de stof netjes dubbel en leg het patroondeel op de stof.

Voorpand en achterpand

Als je alle patroondelen hebt uitgeknipt, kun je het shirt gewoon met de locksteek in elkaar zetten (steek nummer 1). Daarna moeten de zomen van de mouwen en het shirt nog gestikt worden. Dat deed ik ook met steek 21: de 4 draads coversteek.

En dan is het shirt alweer klaar!