Creatieve berichten over quilten

Zomerproject ‘Bootjesquilt’ : de 6 bootjes in quiltje zetten of kussens maken

Alle 6 bootjes zijn klaar: je kunt ze nu aan elkaar zetten in een quilt, of er 6 kussens van maken*. Of misschien wil je wel meer bootjesblokken maken voor een grotere quilt? Je kunt ze dan van andere kleuren maken, om zo veel verschillende soorten te krijgen: de patronen kun je meerdere keren uitprinten. Ik ga van de zes blokjes een quiltje van maken.


Deze foto laat de zes bootjes in een bepaalde volgorde zien: je kunt ze op deze manier in een quilt zetten; 3 blokken breed en 2 blokken hoog, of 2 blokken breed en 3 blokken boog (dat ga ik doen). Maar dan moet je eerst nog stroken stof  snijden om de blokken vierkant te maken, op een bepaalde maat. 

Het opmeten van een blokje.


Leg een blokje (met het papier er nog achter) omgekeerd neer. Neem nu de volgende maten:

  • De afgewerkte breedte = de dichte lijn onder en boven zonder naadtoeslag, moet 20 cm zijn (bovenste aanduiding op de afbeelding). Het is niet erg als het een paar mm. scheelt.
  • De afgewerkte hoogte = de dichte lijn aan beide zijkanten zonder naadtoeslag, moet 12 cm zijn (aanduiding linkerkant op de afbeelding). Het is niet erg als het een paar mm. scheelt.
  • De breedte inclusief naadtoeslag = lange kanten van het blok, moet 21 cm zijn, omdat twee naadtoeslagen elk 0,5cm zijn + de afgewerkte hoogte.
  • De hoogte inclusief naadtoeslag = korte kanten van het blok, moet 13 cm zijn, omdat twee naadtoeslagen elk 0,5cm zijn + de afgewerkte hoogte.


Ik wil elk blok op ca. 30 x 30 cm uit laten komen (31x31cm inclusief naadtoeslag). Dat betekent dat er stroken quiltstof omheen gezet moeten worden, die alles naar die afmeting brengen. Je hebt dan 2 lange/bredere stroken nodig van 11 x 32 cm (eigenlijk exact 10 x 31 cm, maar liever aan alle kanten ruimer dan nodig is), en 2 korte/smallere stroken van 7 x 14 cm (eigenlijk exact 6 x 13 cm, maar ook hierbij liever iets ruimer).
TIP: als je het prettiger vindt, kun je de stroken ook 33 of 34 cm. lang maken, en 1 of 2 cm breder, voor extra marge. Dan hoef je nog niet zo secuur te werken.


Voor alle blokken neem ik verschillende kleuren: ik heb er zes nodig, en snij van elk 4 stroken – 2 korte, 2 lange (maatvoering hierboven). Ik gebruik mijn quiltliniaal met centimeters om de stroken uit te snijden: zo krijg ik de stroken er recht en exact op maat uit (de ruimere maat!). Op de afbeelding zie je dat ik mijn liniaal zodanig heb neergelegd, dat ik 11 x 32 cm kan gaan snijden. 


Dan kan het paper van alle bokken weggehaald worden. Doe dit in OMGEKEERDE volgorde tov. het naaien: dat gaat het makkelijkste.


Je blok zonder papier ziet er op de achterkant nu zo uit: alles netjes, naden plat door de paper piecing techniek. Doe dit bij alle zes de bootjesblokken.


Dit is mijn quiltopzet: alle stroken zijn gesneden en de blokjes op de stroken gelegd. Lekker fris en vrolijk, met de Fossil Ferns! Zoals je ziet worden bij de ‘liggende’ bootjes de lange stroken anders neergelegd dan bij de ‘staande’ bootjes: zo krijg je uiteindelijk wel gelijke blokken. 

De stroken aan de bootjes zetten.

De korte stroken worden aan de korte kanten van de bootjesblokken genaaid, daarna de lange stroken aan het geheel. Zo moet je tot een maat van 30x30cm + naden komen (in het geval je de afmetingen van de stroken net zo hebt gesneden als ik, is dat ca. 32x32cm).

Omdat je geen naailijn meer hebt (het papier is immers weggehaald), moet je ‘voetjebreed’ met de naaimachine werken. En aangezien we met centimeters werken, moet dat 0.5cm aan alle kanten zijn. Dat betekent dat je niet alleen op 0,5cm vanaf de kanten van het bootjesblokje moet naaien, maar ook bij de gesneden stukken.

De naaldstand van je machine.

Als je geen speciaal machinevoetje hebt, die die afmeting aangeeft (afstand van naald tot de buitenkant (of de binnenkant) van het te gebruiken voetje  = net welk voetje je gebruikt), zet dan de stand van de naald naar rechts totdat je de juiste maat hebt. Ik ga werken met voetje #20C: bedenk wel dat daar de achterkant van de opening 9mm breed is – deze machine heeft veel siersteken die op 9mm breed gemaakt kunnen worden bij gebruik van de zigzagsteekplaat (niet onbelangrijk om die te gebruiken, anders kun je de naald niet verschuiven).


Als ik het voetje laat zakken, waarbij de rechterkant van het voetje de stippellijn = buitenkant naadtoeslag raak, zie ik dat de naald op geen stukken na op de dichte naailijn staat = binnenkant naadtoeslag/rand afgewerkte maat blokje.


Ik druk net zoveel als nodig is op de knop naar rechts (aan de rechterkant van de B770QE) om de naaldstand naar rechts te verplaatsen: dat kan 5 x. De naald in het midden is stand 0 (dat zie je niet op het beeldscherm). Elke klik naar rechts is 1 stand verder. Dat kan overigens ook naar links, maar daar hebben we nu niets aan.


En dan staat de naald ten opzicht van de rechterkant van het voetje in de juiste afstand: zo kan ik zonder zichtbare/afgetekende naailijn de stroken stof aan de blokken zetten.


De naald staat in de rechter stand op 4: je ziet dat dát getal bij de afbeelding van de naald aangegeven wordt, in geel, omdat er een wijziging ten opzichte van ‘normaal’ is gedaan. Zie je ook dat ik de steekplaat 9mm (= oorspronkelijke plaat) heb aangegeven: ook dit staat op het scherm, links. Zou je per ongeluk de stiksteekplaat (met klein rondje als opening) nog op de machine hebben, dan kun je de naald niet verplaatsen. Dat is een beveiliging van BERNINA: de naald zou nl. buiten het gat vallen en op de steekplaat stuk gaan. Met de juiste accessoires en voetjes, stand van naald en alle instellingen in orde kun je je werk goed doen.

Je zou ook een patchwork voetje met geleider kunnen gebruiken: controleer wel of de naadtoeslag 0,5cm is.

Niet elke machine heeft de mogelijkheid om alles zo aan te passen. Heb je bv. een machine waarbij de breedste ‘uitzwaai’ van de naald voor siersteken op 5.0mm staat, kijk dan eens of je de binnenkant rechts van het voetje kunt gebruiken om op de stippellijn te zetten, en of de naald dan op de dichte lijn komt.

Voordeel en nadeel gebruik voetje #20C bij deze manier van werken.

  • Voordeel: Omdat het voetje #20C zo’n grote opening heeft, kan ik alles goed bekijken – het zicht op mijn werk is optimaal. Maar eigenlijk let ik bij het naaien alleen op of de stof precies aan de rechterkant/net onder het voetje blijft liggen. Ik kijk dan dus niet naar de naald, maar naar de rechterkant van het voetje en de stof.
  • Nadeel: De grote opening geeft niet veel grip op de stof, zeker bij het begin. Vandaar dat ik een stukje patroonpapier onder het beginstuk leg, daar eerst overheen naai, en dan pas op de stof ga naaien. Het papier is later makkelijk weg te scheuren. (Voor dit doel bewaar ik altijd de kleinere stukken patroonpapier).
  • Nog een ‘nadeel’ van dit voetje: je kunt de automatische draadafsnijder in dit geval NIET gebruiken, omdat de naald niet meer in het midden staat! Knip de draad aan het eind van de naailijn af, met schaar of via de machine/zijkant = draadafsnijder.

Gebruik een machinenaald 70/10: je gaat alleen door (dunnere) quiltstof heen, dus gebruik je een bijpassende naald.


Strijk de stroken die gesneden zijn voor het vierkant maken van de blokken: dat is belangrijk om secuur te kunnen werken.


Zet dan eerst de korte stroken aan weerskanten van de smalle kant van het bootje: ik gebruik mijn Bohin Glue pen weer om de naden op elkaar te plakken (ik gebruik bijna nooit meer spelden). De korte stroken zijn bij mij nét iets langer zijn dan het blokje – ze steken aan beide kanten wat uit als je vanuit het midden neerlegt.


Een stukje patroonpapier onder het begin gelegd,


en dan met de naaldstand naar rechts op 4, naald 70/10 en voetje #20C op 0,5cm vanaf de zijkanten naaien.


Dit papiertje kan er nu afgehaald worden.


Strijk de opgenaaide stroken/stofjes op de goede kant naar buiten. De naadtoeslag wijst zo ook naar buiten.


Breng het geheel naar de snijmat en gebruik je quiltliniaal en rolmes om eerst aan de ene kant de aangenaaide stofjes op de lange kant gelijk te krijgen met de zijkanten van het bootjesblokje,


en dan op de andere kant. Door je grote quiltliniaal neer te leggen langs de 2e lange kant, moet je op de liniaal kunnen aflezen dat de stofjes/bootjesblokje 13 cm breed zijn.


Zo heb ik alle 6 stukken netjes afgesneden, en kunnen de lange stroken er aangezet worden.


De naden moeten allemaal plat blijven tijdens het naaien. Dan het bootje liggen die al plat, in de richting van de volgorde van naaien, van de twee strookjes zijn ze naar buiten gestreken.


Zet hierna de twee langere stroken aan weerskanten van de lange kant van het bootje + de twee aangenaaide stukjes stof.

LET OP: Het kan zijn dat deze langere stroken misschien iets korter zijn dan de het stuk van strook/bootjesblokje/strook waar je ze op wilt naaien, ook al zijn ze iets ruimer gesneden dan uiteindelijk nodig is (32 cm lang): dat komt omdat er overruimte bij de twee korte strookjes was. Geen probleem: gebruik de Bohin Glue Pen om de strook vanuit het MIDDEN naar beide kanten op de naadtoeslag te plakken. Er zal dan van de korte stroken een klein stukje uitsteken, wat naderhand weggesneden wordt.
Heb je voor de zekerheid de lange stroken op 33cm of 34 cm lang gesneden, dan zullen de lange stroken resp. gelijk zijn/uitsteken.

Strijk de stroken/stofjes op de goede kant naar buiten. De naadtoeslag wijst zo ook naar buiten.


Alle zes de bootjesblokken zijn nu gemaakt: ze zijn ruim op maat en moeten nog terug gesneden worden.


Breng het geheel weer naar de snijmat en gebruik de lijnen van de snijmat en je quiltliniaal en rolmes om het geheel TERUG te snijden tot EXACT 31 x 31 cm = afgewerkte maat 30x30cm + naden 2 x 0,5cm. Op mijn grote snijmat (60x90cm) staan een deel in centimeter raster: dat gebruik ik om alles netjes op maat te krijgen.

Lastig? Maak dan een papieren mal van 31×31 cm, waarbij je de naden aftekent van lange stroken, korte stroken en het blok (dat blok heeft een afgewerkte maat van 12 x 20 cm), leg dat op een patchwork blok en gebruik dat om het teveel aan stof weg te snijden.


Snij zo alle 6 de blokken op maat. Vanaf dit punt kun je dus kiezen om alles in één quiltje te zetten, of om er 6 losse kussentjes van te maken. Ik ga verder met het quiltje*.

Het maken van het quiltje.

Twee aan twee naai ik de blokken weer met EXACT 0,5cm naadtoeslag aan elkaar: alles moet nu precies op elkaar passen – er mag niets meer uitsteken, omdat alles exact gesneden was.


Strijk de naden naar de dichte strook. Als je dat bij elke 2 blokken zo doet, en je legt ze terug zoals je ze gepakt hebt (zie afbeelding hierboven), dan wijzen de naden niet dezelfde kant op. Bij mijn blokken rijen de 1e twee naar links, de 2e twee naar rechts en de 3e twee naar links.


Dan drie rijen van 2 bootjesblokken aan elkaar naaien tot één geheel: daarbij merk je het nut van de manier waarop de naden gestreken zijn:


op de kruispunten van 2 aan 2 blokken kun je de naden in elkaar klikken, waarbij je er beter voor kunt zorgen dat het kruispunt netjes doorloopt. Ook zitten er zo geen dikke naden in de weg – wel opletten dat de naden zo blijven zitten. Eventueel een tipje Bohin Glue pen onder de naadtoeslagen zetten.


Dan het aan elkaar zetten van de blokken onderling, geef je VOORZICHTIG een knipje in de naadtoeslag op het kruispunt (knip niet te ver), of haal je de stiksteek tot aan de naden (1 steekje laten zitten) uit: hierdoor kun je ook bij deze blokken de naden naar de lange strook strijken,


waarbij het kruispunt netjes komt te liggen, exact doorlopend.


Op de achterkant van je werk ziet het er dan zo uit. Je hoeft niet bang te zijn dat er een gaatje ontstaat, want je komt er verder niet meer aan.


Zo is de top/voorkant van het quiltje klaar.

Het quilten.


Voor het quilten heb je een achterkantstof nodig van ca. 65/70 x 95/100 cm, en eenzelfde afmeting tussenvulling (100% bamboe). Ik heb de sandwich gemaakt, waarbij ik de overruimte van tussenvulling en achterkantstof altijd wat uit laat steken, voor het inwerken.


Zelf ga ik alles weer met de B770QE en de BSR quilten: de zeilen van de bootjes,


elk bootje een of meerdere patrijspoortjes, vlaggetjes gemaakt,  golven en wolkjes, uit de vrije hand,

en over de grote stukken golvende lijnen, wat wel bij het thema bootjes past. Deze golven heb ik met een neon geel machinequiltgaren gequilt.

Hoeveel en wat je quilt mag je zelf weten. Net hoeveel tijd je er aan wilt besteden. Ik wilde de bootjes en de kleuren uit laten komen, dus heb het quilten daar ondergeschikt aan gemaakt.


Na het quilten alle kanten netjes terugsnijden tot de exacte maat = afgewerkte maat + naden: 61 x 91 cm.


Dan heb je nog een lange strook nodig (bv. 4 cm breed, op 2 x hoogte quiltje en 2 x breedte quiltje + 20 cm extra = ca. 3.25m: dit als je de afwerkrand in één keer aan de quilt wilt naaien) , of 4 stroken van dezelfde breedte x de lengte van elke kant, om rondom een afwerkrand aan de quilt te zetten. Je kunt allerlei kleuren gebruiken en die eerst onderling (schuin) aan elkaar zetten tot één lange strook, of je gebruikt een enkele kleur die NIET voorkomt in de grote stukken stof van de blokken. Ik heb stroken van dezelfde stof gebruikt: een frisse print, waar alle kleuren van de Fossil Ferns weer in terugkomen: quiltstof Juliana blauw. Als je deze stof ook wilt gebruiken, kun je op de link klikken om te bestellen: je hebt dan 1.00m nodig = 2 x 0,50m.


Ik naai de afwerkranden altijd eerst op de achterkant, en sla deze dan om naar de voorkant om alles dan door te stikken: geen handwerk. Vergeet niet de tunnel aan de bovenkant/achterkant van het quiltje te zetten, om deze op te kunnen hangen. Ik stik deze direct mee met de afwerkrand, dan hoef ik alleen het onderste deel van de tunnel nog maar (met de hand) vast te zetten.


Nog even mijn signatuur op de voorkant zetten: dat doe ik altijd, zodat duidelijk is dat dit het origineel is. Je ziet SAK ’19 in de linkerhoek van het bootjesblokje staan.


En dan is het zomerproject klaar: een fris en vrolijk quiltje door deze Fossil Fern stoffen/kleuren.

Ik ben benieuwd wat jij er van gemaakt hebt: laat je het in de COMMUNITY van deze BERNINA Blog zien?

Hopelijk heb je plezier gehad aan het maken van de bootjes.

 

Tot een volgend quiltproject!

Sylvia Kaptein
www.sylviasartquilts.nl

 

*Als je er losse kussens van wilt maken, zet je dezelfde stroken die hierboven staan aangegeven, rondom de blokken om tot ca. 30×30 cm afgewerkte maat te komen, maar je werkt deze dan per stuk als kussen(hoes) af.  Quilt ze ook per stuk: zet er tussenvulling en een goedkope achterkantstof tegenaan, omdat je de achterkant daarvan niet meer zult zien. Je kunt voor de achterkant dezelfde kleur stof gebruiken als voor de 4 stroken, of juist een hele andere kleur, net wat je leuk vindt. En wil je zo’n kussentje snel vullen? Dan kun je hier binnenkussentjes 30x30cm bestellen: handig om dat er direct in te zetten.

Gerelateerde inhoud die interessant voor je is

Commentaren op dit bericht

4 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Beste bezoek(st)er van de BERNINA blog,

Om afbeeldingen bij de commentaarfunctie te publiceren, moet je je op de blog aanmelden. Hier kun je je aanmelden.

Ben je nog niet op de BERNINA blog geregistreerd? Hier kun je je registreren.

Hartelijk dank,

Jouw BERNINA blogteam