Als je met veel handwerktechnieken bezig bent, is het leuk om ze eens te combineren. Zo heb ik een quiltje gemaakt van fris gekleurde stofjes in Folklore Stijl via paper piecing* en overige technieken, en bloemetjes gehaakt om er op te zetten: afmeting ca. 92 x 125 cm.

De stofjes

Zoek allerlei stofjes in felle, frisse kleuren: op de afbeelding hierboven zie je mijn voorbereiding – ik heb allerlei roze, rode, groene, lichtblauwe en bloementjes stoffen uitgezocht, die ik door elkaar ga gebruiken. Meestal leg ik alles eerst bij elkaar om te zien of de kleurencombinaties leuk worden. Voor de Pineapple blokken kun je kleine stukjes gebruiken maar je hebt ook grote stukken nodig: er worden stroken van gesneden, maar ook kleinere en grote driehoeken en restanten in de rand. Hieronder de hoeveelheden:

• Heel veel verschillende resten (Folklore) stoffen, groot en klein, voor het maken van de Pineapple blokken. Probeer zoveel mogelijk bij elkaar te verzamelen om goed te kunnen mixen. Zoek ook stofjes met een voorstelling op die je in het midden van elk blok kunt gebruiken, bv. vogeltje, vlinder enz.
• Donkerroze/rode stof voor driehoeken en afwerkrand – 0.75×1.10m
• Lichtroze stof voor driehoeken – 0.30×1.10m
• Gifgroene stof voor middenbanen en smalle sashings – 0.40×1.10m
• Fris gekleurd biaisband: bloemetjes, streepjes etc. die bij de stofjes passen (optisch)
• Tussenvulling, bv. 100% bamboe – 1.35×1.10m
• Stof voor de achterkant van de quilt – 1.35×1.10m
• Bijpassend naaigaren, machine quiltgaren
• Bohin Glue Pen

Verder nodig:

• Het .pdf patroon van een Pineapple (blad 1) voor maken de blokken op 15×15 cm, en het .pdf patroon voor de grotere driehoeken en de quiltlayout (blad 2): er zijn dus twee patronen te downloaden. Klik daarvoor op de rode links.
• Papers for Foundation Piecing – om het .pdf patroon op ware grootte uit te printen op de benodigde hoeveelheid, of dun printerpapier
• Paternoplaat om mallen voor de driehoeken A en B te maken
• Haakgaren Cotton 8/Scheepjes voor het haken van de bloemetjes
• Haakpatroon bloemen = .pdf, dat je in het HIER gratis kunt downloaden
• Haaknaald (Soft Touch) 2.5mm of 3.0mm

Voorbereiden Pineapple blokken

Print het .pdf patroon van de Pineapple (blad 1) 15x uit op Papers for Foundation Piecing = speciaal paper piecing papier voor werken met de machine, of op dun printerpapier. Zet je printer op 100%/ware grootte. Je hebt totaal 15 blokken nodig om dit quiltje te maken. Je kunt ook blad 2/.pdf al printen: dat hoeft maar 1x.

• Knip of snij van de stofjes vierkantjes van ca. 6 x 6 cm om het midden = nr. 1 van de Pineapple blokken te bedekken: neem hiervoor een duidelijke print van bv. vogeltje, vlinder, bloem, om het midden een speciale uitstraling te geven. Je hebt er 15 nodig. LET OP: aangezien de blokken uiteindelijk op hun punt komen te staan, moet je de vierkantjes zodanig snijden dat de voorstelling niet dwars komt in de quilt!
• Knip of snij van de stofjes stroken van ca. 3.5 cm breed om de smalle stukken van de Pineapple blokken te gaan bedekken. Pak hier willekeurig stofjes voor: terwijl je de blokken maakt kun je mixen.
• Knip of snij van de stofjes ook driehoeken die de vier hoeken van elk blok bedekken + naadtoeslag + extra stof: dus altijd ruimer dan je nodig hebt. Dan hoef je niet zo nauwkeurig te werken tijdens het opnaaien. Zorg er voor dat je voldoende stroken heb om de eerste blokken te maken: je kunt altijd opnieuw snijden met de overige stoffen.
  TIP: je kunt een vierkantje van 10x10cm snijden en deze diagonaal doorsnijden voor 2 driehoeken: beiden zijn dan groot genoeg.

Het maken van de blokken via paper piecing

Plak lapje voor nr. 1 = midden op de ‘lege’ kant van een papieren blok: zorg er voor dat de afbeelding  goed te zien is als het blok op z’n punt in de quilt komt.

Snij de naden eventueel terug (als ze te lang blijven, zijn ze soms zichtbaar onder het ‘volgende’ lapje, zeker als dit een licht lapje is), en leg de eerste strook omgekeerd met naadtoeslag over de lijn van nr. 2.

Naai op deze lijn, vouw het strookje naar de goede kant – eventueel strijken – en naai dan strook je voor nr. 3 op. En daarna strook 4, 5 enz. Zorg ervoor dat bij de stroken nrs. 22, 23, 24 en 25 de naadtoeslagen/stof ruim over de rand van het papieren blok komt te liggen.

Als laatste worden op de hoeken (nrs. 26, 27, 28 en 29) de driehoeken van stof genaaid, op dezelfde  manier. Ook deze stoffen moeten over de rand van het papieren patroon komen te liggen.

Je krijgt zo een hele stapel fris gekleurde Pineapples.

Snij dan de blokken netjes terug tot op de stippellijn = buitenrand naadtoeslag blok. Je kunt eventueel nu het papier verwijderen maar let op: de naadtoeslagen zijn allemaal op 05cm gezet, NIET op 1/4 inch. Je kunt dus NIET je kwart inch voetje gebruiken. Als je het papier zou verwijderen, moet je dus zelf de 0,5cm naadtoeslag zien te vinden, en dat kan last zijn. Zelf heb ik het papier laten zitten totdat alle blokken in de top genaaid zijn, met de grote driehoeken en stroken.

De overige stoffen/stroken en driehoeken

Knip of snij van de donkerroze stof als eerste 5 stroken van 4 cm x 1.10m: leg dit weg om later voor de afwerkranden te gebruiken.

Maak twee mallen van elke driehoek (de grote en kleine): je kunt er voor kiezen om ze INCLUSIEF naadtoeslag te maken, of je kiest er voor om twee mallen per maat te maken – één mét en één zónder naadtoeslag, net wat je prettiger vindt. Als je ook een mal zonder naadtoeslag maakt, kun je die BINNEN de getekende vorm van de mal mét naadtoeslag op de achterkant van de betreffende stof mét naadtoeslag leggen, zodat je een naailijn kunt tekenen – dat kan handig zijn bij het in elkaar zetten van de quilt.

Leg de mal van de grote driehoek A mét naadtoeslag rechtop langs de zelfkant (deze NIET gebruiken) op de achterkant van de donkerroze stof , en teken deze om. Teken deze totaal 16 x op de stof door de mal om en om in dezelfde richting te leggen.

Leg de mal van de kleine driehoek B mét naadtoeslag op de achterkant van de donkerroze stof en teken deze totaal 8 x op de stof.

Leg de mal van de grote driehoek A mét naadtoeslag rechtop langs de zelfkant van de lichtroze stof op de achterkant, en teken deze om. Teken deze totaal 8 x op de stof.

Leg de mal van de kleine driehoek B mét naadtoeslag op de achterkant van de lichtroze stof en teken deze totaal 4 x op de stof.

Leg na dit tekenwerk de mal van de driehoeken zónder naadtoeslag in de getekende driehoeken op de achterkant van de stof en teken ook rondom deze mallen – deze lijnen worden de naailijnen. Knip of snij alles op de buitenste lijnen (die van de naadtoeslag) uit.

Leg de 15 Pineapple blokken met de hoekpunt naar boven op tafel, zodanig, dat het midden printje goed staat (dus niet een vogelprint op z’n kop zetten). Leg hier de donkerroze driehoeken naast, in het midden van de quilt, zoals op de foto te zien is. Leg de lichtroze driehoeken aan de beide zijkanten. Leg dan de kleine donkerroze driehoeken op de hoeken van de rijen, en de kleine lichtroze driehoeken aan de buitenkant, op dezelfde manier. Zo heb je het overzicht om de quilt in elkaar te zetten. TIP: kijk bij het schema/de tekening van de quilt op blad 2/.pdf om te zien hoe de 3 rijen met elk 5 Pineapples neergelegd moeten worden.

Als alles goed neergelegd is, heb je in het middendeel donkerroze driehoeken, en aan de buitenkant lichtroze. Je mag dit natuurlijk anders doen, als je dat wilt: misschien vind je het wel leuker om de roze driehoeken op de middelste strook te leggen, en alles wat donkerroze is aan de buitenste twee...

Per Pineapple blok naai je nu twee driehoeken aan tegenover elkaar liggende kanten. Dat kun je het beste doen door één driehoek en één Pineapple blok op te pakken en de driehoek er aan te naaien aan de kant waarop deze gelegen heeft. Doe dat ook aan de tegenoverliggende kant, en leg dan de Pineapple met de driehoeken weer terug op z’n plek. Dan pak je het volgende blok met de daarbij behorende driehoeken en naait die er aan, legt terug en herhaal dit totdat bij alle Pineapple blokken op de juiste plek driehoeken aangenaaid zijn.

Bij sommigen wordt dan een kleine driehoek B aan één kant genaaid: boven- en onderaan de stroken. Op de afbeelding hierboven zie je dat er een driehoek B aan de zijkant van een Pineapple blok genaaid is, terwijl de grote driehoek A voor de andere klant klaarligt.

Werk zo de stroken met blokken af, naai alles onderling aan elkaar: uiteindelijk heb je dan 3 lange stroken, met elk 5 blokken.

Bij het volgende deel gaan we verder met het in elkaar zetten en de gehaakte bloemetjes erop zetten, als je die ook gemaakt hebt: het patroon daarvan kun je aan de bovenkant van dit bericht al downloaden, en de bloemetjes al haken. Voor mijn quilt heb ik er 62 gehaakt, in allerlei kleurcombinaties die bij de quiltstoffen passen, maar steeds met een wit hartje. Een leuk werkje om ‘tussendoor’ te doen, waar je ook bent.

Je kunt ze ook naderhand maken, als de quilt bijna klaar is, want dan pas zet je ze er op. Wil je geen bloemetjes haken en die op de quilt zetten? Dat kan ook hoor: zelf vond ik het alleen leuk om haakwerk op een quilt te zetten – weer eens wat anders, maar dat zul je de volgende keer zien.

Kijk je dan weer mee?

Quiltgroeten
Sylvia Kaptein
Sylvia’s Art Quilts Studio

*Er wordt van uit gegaan dat je weet hoe de paper piecing techniek werkt. Wil je daar meer over weten, kijk dan bij oudere berichten op deze BERNINA Blog.