BERNINA Corporate Blog –
Een Victoriaans korset!
Wat is een Victoriaans korset, zul je je wellicht afvragen. En waarom zou je deze willen maken of dragen? De Victoriaanse tijd was de periode in de geschiedenis van véél stof, overdadige lange wijde jurken, enorm veel versiering en strakke korsetten. De meeste mensen vinden het mooi om te zien en kijken graag naar kostuumdrama’s of series zoals Bridgerton. Maar natuurlijk willen we niet terug naar die tijd waarin je blij kon zijn als je je kon bewegen (en ademhalen!).
Toch zijn korsetten heel populair en dat komt vooral door de subculturen zoals Steampunk, Gothic en Fantasy. De ELFIA Fantasy Fair is razend populair en zo zijn er vele evenementen waar prachtige kostuums én korsetten de hoofdrol spelen. Korsetten worden hier voornamelijk over de kleding gedragen en maken van het kostuum iets bijzonders.
Een korset is een uitdaging om te maken! Het is geen gemakkelijke klus maar dit blog geeft een kijkje binnen in het korset en laat je zien hoe je als naaister een korset zelf kunt maken.
Naaipatroon voor een korset:
Ik heb het naaipatroon Butterick B5969 gebruikt. Er zijn meerdere naaipatronen verkrijgbaar voor korsetten. Let er wel op dat je het korset van stof kan maken en niet alleen van leer.
Wat heb je nodig aan materialen om een Victoriaans korset te maken?
- stevige stof zoals canvas, decoratiestof of meubelstof, 1 meter
- voeringsstof, liefst met printje of two-tone kleur, 1,2 meter
- tussenvoering (molton of een katoenen witte stof) 1 meter
- baleinen of Tyraps RVS 300 mm (zoeken naar: Handson Bindband RVS 4.6 X 300 mm 25 Stuks)
- oogjes, 16 stuks
- randjes, bandjes, kant of sierband
Ik heb mijn BERNINA 735 gebruikt en verschillende voetjes, welke ik in de blog benoem.
Hoe maak je een Victoriaans korset:
Zoals bij ieder nader patroon begin je met de patroondelen op de stof over te nemen. Knip gelijk de tussenvoering en de voeringsstof ook uit. Alles 3 x dus.
Let extra op, bij sommige randen heb je extra naadwaarde nodig:
Nu naai je de patroondelen van de voorpanden, de zijpanden en het achterpand (buitenkantstof met de tussenvoering) aan elkaar.
Het korset ziet er nu zo uit:
Knip de naden goed in zodat je mooie rondingen krijgt en pers de naden goed open.
Dit is het resultaat:
Nu kun je het ‘rokje’ maken. Hier kun je ook al meteen de voering aan naaien (eerst goede kanten op elkaar, daarna binnenste buiten vouwen en persen.
Rijg het rokje en pers de plooien nogmaals heel goed.
Het rokje ziet er nu zo uit:
Naai nu de voering van het korset: de voorpanden, de zijpanden en het achterpand aan elkaar, knip ook hier de naden weer goed in en pers de naden open.
De voering:
Spelt nu het rokje aan het korset, buitenkantstof en tussenvoering. (leg de voering van het bovenstuk even opzij, deze heb je pas later weer nodig)
Zie onder:
Pers de naden omhoog:
Het geheel ziet er nu zo uit:
Naai nu de sleuven die op het naaipatroon zijn aangegeven. Hier doe je van bovenaf de baleinen of Tyraps in. Indien je RVS Tyraps gebruikt (deze zijn een stuk goedkoper dan baleinen en gewoon te koop in een doe-het-zelf winkel), gebruik hiervoor een ijzertang. Niet jouw stofschaar, want die is niet geschikt om ijzer te knippen.
Op de foto zie je dat ik plastic Tyraps heb gebruikt. Deze functioneren ook prima, toch raad ik liever de RVS Tyraps aan, welk ik bij andere korsetten heb gebruikt en nog beter bevielen.
Knip de Tyraps zo dat er een dikke centimeter overblijft aan de bovenkant. Hier moet je straks nog naaien en je wilt niet dat je naaimachine erin vastloopt.
Naai nu de voering vast aan het korset met de goede kanten op elkaar. Alleen aan de bovenkant, de armsgaten en de voorpanden.
Gebruik het ritsvoetje zodat je LANGS de Tyraps naait en deze niet per ongeluk raakt.
De onderkant van de voering naai je met de hand vast aan het rokje. Dit kun je ook met de naaimachine doen maar het is mooier als er geen naad aan de buitenkant van het korset is te zien.
Het korset is er bijna. Nog even doorzetten!
Nu naai je om de armsgaten en de hals en voorpanden een biaisband. Ik heb een biaisband gemaakt van dezelfde stof als de voering. Je kunt ook een andere kleur kiezen of een biais-sierband gebruiken welke mooi past bij de stof.
Ook deze kun je met de hand afwerken of met de naaimachine. Gebruik hele kleine steekjes, zodat je het niet ziet. Later kun je hier nog sierranden overheen maken, dus netjes werken is een pré, maar je hoeft het niet met de loep te doen.
Let even goed op dat je de aansluiting met het rokje van het korset netjes maakt. Het naaipatroon klopt precies dus in principe moet dit niet mis gaan.
Nu nog sierrandjes erop naaien waar je maar wilt. Het is mooi om dit te doen op de naden van het rokje en langs de volle lengte van het biaisband.
Met een oogjestand maak je nu oogjes aan de voorkant van het korset waar de veters doorheen komen om het korset dicht te snoeren. Aangezien het hier om een sier-korset gaat, dat vaak boven de kleding wordt gedragen, hoef je niet veel oogjes te maken.
Extra’s voor het Victoriaans korset:
Je kunt het korset met veters of lint dicht binden. Ik heb echter gekozen om van barok-achtige voeringsstof een lint te maken en een nekbandje als sieraad ter versiering.
Knip linten van 3 centimeter uit en maak hier biaisband van met een biaisband-maker. Deze vouw je weer dubbel om een lint te krijgen dat door de oogjes op het korset kan.
Voor het lint heb ik het jeansvoetje gebruikt. Dit werkte fijn omdat de stof vierdubbel gevouwen wat dikker is en je goed oog hebt om precies mooi aan de zijkanten te naaien.
Het nekbandje is gemaakt van het overgebleven biaisband, twee maal op elkaar gestikt en afgewerkt met een broche en kralen-rij.
Aan de achterkant heb ik klittenband gebruikt zodat je het zelf gemakkelijk aan en af kan doen.
Conclusie:
Een Victoriaans korset maken is een leuke klus. Omdat het voornamelijk gaat om een sier-korset, kun je helemaal los gaan met sierranden, gebloemde stof, mooie voeringsstof en het lint. Van de restanten stof kun je nog een nekbandje of andere sieraden maken.
Heb je eenmaal in de gaten hoe je een korset maakt, dan valt het allemaal reuze mee. Het is even een kwestie van begrijpen waar en wanneer je de baleinen (of Tyraps) erin schuift, voor je het korset afwerkt door de voering eraan te zetten. Je zult handigheid moeten krijgen met het erin schuiven van de baleinen om te voorkomen dat je door de stof gaat. Het is hierom ook van groot belang dat je kiest van een stevige stof en werkt met een jeansnaald en jeansvoetje.
En nu naar de ELFIA Fantasy Fair! (Of een Cosplay convention, of een Middeleeuws LARP evenement of een Oktoberfest.)
Het “rokje” heet in het Nederlands een schootje, of in het Frans een peplum. Ik heb geleerd om uiteinden van de baleinen te voorzien van een beschermend laagje (stof), of ze minstens te vijlen, zodat ze de stof niet beschadigen en er uiteindelijk doorheen kunnen prikken…
Beste Dula Ploenes-Entius,
Op het Butterick naaipatroon wordt dit gedeelte van het korset, in het Engels, ‘peplum’ genoemd. Echter, ik prefereer de term ‘rokje’ omdat je het ook echt maakt als een rokje, compleet met voering en plooien, en daarna pas aan de body vastnaait. ‘Schootje’ is, in mijn ogen, bovendien nogal een ouderwets woord.
Bedankt voor de tip aan de kopers om de baleinen te vijlen. Ik gebruik echter altijd tiewraps als goedkoper alternatief, en zoals je ziet bij dit korset: de plastic tierwaps. Deze kun je gemakkelijk knippen en hoeven niet te worden gevijld en prikken niet door de stof heen. De RVS tiewraps kunnen wel heel scherp zijn na deze op maat zijn gemaakt. De uiteinden plat slaan met een hamer is dan de beste methode om de scherpe randjes eraf te halen. Dit materiaal kun je niet vijlen.Van mede-naaisters hoor ik ook vaak de methode om een klein stukje Ducktape te gebruiken.
Ieder zelfgemaakt korset is uniek, en zo zie je maar; er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.
Vriendelijke groeten, Marga van der Vet