José van der Wal

Favoriete creatieve bezigheid

Vrijwel alles, van zelfmaakmode tot quilts

Als kind was ik altijd buiten te vinden. Alles wat in de verste verte ook maar leek op handwerken was niet aan mij besteed. Ik vond het ook pure discriminatie dat op school de jongens handenarbeid kregen (lekker knutselen met hout, spijkers en hamers) en de meisjes handwerken. Haken en punniken vond ik nog wel aardig, maar na 20 meter punniken heb je het wel gehad.
Pas toen ik 19 jaar was en werkte opperde mijn moeder dat ik misschien wel eens een naaicursus kon gaan volgen. Op de, wat toen nog heette, huishoudschool bij ons op het dorp. Ik had er helemaal geen zin in tot mijn moeder aangaf dat het wel leuk zou zijn als ik later de kleertjes voor mijn eigen kinderen kon maken. Dat sprak mij wel aan en ik heb me ingeschreven voor de cursus. 10 avonden in een groep van 26 (!) mensen van superbeginner (=ik) tot hypervergevorderd. Daar kwam dus niet zoveel van terecht want de problemen van mij waren natuurlijk lang niet zo interessant als die van een vergevorderde. Het eind van het liedje was dat ik samen met mijn moeder de rok heb afgemaakt. Maar vanaf dat tijdstip ben ik met handwerken bezig en ja, ik heb inderdaad heel veel genaaid voor mijn kinderen.
Inmiddels was ik zo geïnteresseerd dat ik de fijne kneepjes van het vak wilde leren om niet, zoals mijn opa zei: rond te lopen met 20 uur knipcircus aan mijn lijf. Ik heb een opleiding gevolgd voor coupeuse, aangevuld met een opleiding voor kleur- en stijlanaliste.
Na twee miskopen op het gebied van naaimachines heb ik, wederom op aanraden van mijn moeder, een BERNINA gekocht. Inmiddels ben ik aan mijn derde BERNINA “bezig”, mijn Auroraatje met borduurmodule.