Begint het voorjaar ook al te kriebelen bij jullie? Hier krijg ik al volop zin in meer zon, langere dagen, en velden vol krokussen. En heb ik zin om de lange mouwen in te ruilen voor korte mouwen. Dit mooie crêpe stofje vraagt wat mij betreft ook om een zomers patroontje. Maar omdat ik net niet kan vinden wat ik zoek ga ik de lange mouw aanpassen naar een korte pofmouw. Dit kan je doen met alle patronen met een lange mouw. Ik gebruik het blouse-patroon, de Harriet, van mijn collega blogsters Mijke en Isabel. Zij maakten een prachtig patroon met veel opties en ook nog eens een stapel kragen om deze mee te combineren.

Benodigdheden

• Patroon Harriet en collarpack (maar onderstaande is toe te passen bij ieder patroon met een gewone of pofmouw)
• 1.60 meter stof
• vlieseline 
• 7 knopen
• garen

Het patroon en de keuzes

De Harriet heeft een variant met een coupenaad en een variant met rimpels bij de schouderpas. Deze laatste maakte ik al eens (zie hier) dus maak ik nu de coupenaad variant.

Dit stofje is wat mij betreft een tikkie klassiek, of truttig, net hoe je het wil noemen, en ik besluit dat te omarmen. Ik kies daarom voor een opstaande kraag inclusief ruffles en strik. En ik kies voor de pofmouw. Deze wil ik onder ook laten ‘poffen’ dus pas ik het patroondeel van de mouw als volgt aan:

Patroon aanpassen naar een korte pofmouw

Allereerst moet het patroondeel van de mouw natuurlijk kort gemaakt worden. Deze kan je zo lang of zo kort maken als je zelf wil. Je meet hiervoor de mouwlengte; vanaf de punt van je schouder tot aan de lengte die je hebben wil. Zie nummer 1 in onderstaande afbeelding.

Bron; BERNINA inspiration magazine

Bij mij kom ik dan op 24 cm. Bij een gewone gladde mouw meet je vanaf het hoogste punt in de kop van de mouw deze lengte af en knip je hier het patroon deel af. Maar omdat dit een pofmouw is heb je hier een aantal centimeter extra nodig. De stof heeft immers ruimte nodig om te ‘poffen’. Ik neem mijn mouwlengte + 6 cm en knip de mouw hier door (zie afbeelding STAP 1)

Om ook de onderkant van de mouw te gaan laten poffen moeten we het patroondeel ‘openleggen’. Om deze mouw te creëren zet ik 5 verticale strepen op de mouw op gelijke afstand van elkaar. (zie afbeelding STAP 2). Elke streep knip ik open, en vervolgens leg ik 2 cm tussen elk patroon deel (zie afbeelding STAP 3). Hoe meer ruimte je tussen de delen legt, hoe meer de mouw gaat poffen. Wees in ieder geval niet te zuinig met ruimte nemen. En bij twijfel; beter even een proefmouw maken; ruimte erbij of er tussenuit halen kan namelijk niet meer. De opengelegde patroondelen plak je op een stuk patroon papier en je tekent de onderkant van de mouw bij. Dit geheel is je nieuwe patroondeel, knip je uit en leg je op de stof.

Om de pofmouw af te werken heb je een manchet nodig. Hiervoor meet je je bovenarmwijdte losjes op het punt waar de mouw gaat eindigen. Je knipt een manchet van je bovenarmwijdte + 3 cm (= 2x 1,5 cm naadwaarde) bij 9 cm. De helft van dit manchet verstevig je. 

Patroon in elkaar zetten

Nu heb je alle patroondelen en kan je de blouse in elkaar zetten. Dat hoef ik jullie hier niet uit te leggen want dit hebben Mijke en Isa stap voor stap uitgelegd in hun patroon inclusief veel foto’s en plaatjes. Ook wanneer je nog nooit een blouse gemakt hebt kom je met dit patroon een heel eind.

Inzetten van de pofmouw

Wanneer het tijd is om de mouwen in te zetten werk je eerst de pofmouwen af. Allereerst zet je onderin 2 rimpeldraden. Dit door de grootste steekbreedte van je machine te kiezen. Wil je meer weten over rimpelen? Bernina heeft hier een handig e-book over gemaakt.  Ik gebruik de techniek die beschreven staat onder ‘eenvoudig rimpelen’. Je sluit de mouw aan de zijnaden en je sluit de manchetten door de korte zijde van de manchetten op elkaar te stikken met de goede kanten van de stof op elkaar.

Vervolgens trek je de rimpeldraden aan en verdeel je de rimpels over de hele mouw, totdat deze goed in de manchet past. Neem hier echt even de tijd voor, dat helpt echt! Ik zet altijd 1 speld in het midden van de mouw en 1 speld in het midden van de manchet, dan kan je de rimpels eerlijker verdelen. Vervolgens stik je een lange zijde (de niet verstevigde kant) van het manchet aan de mouw. Opnieuw goede kant van de stof op goede kant van de mouw. Daarna strijk je de naadwaarde van het manchet naar binnen en strijk je het manchet dubbel totdat deze net over het eerste stiksel valt.

Nu heb je de keuze; ofwel je zet het manchet blind vast met de hand, ofwel je stikt hem dicht smal op de kant, of zelfs in de naad, ook wel stitch in the ditch genoemd.

Ik ben niet de meest precieze naaister, en wordt altijd wel zen van wat handwerken dus kies ik meestal voor het blind vast zetten met de hand. Nu waag ik een poging met het stikken in de naad. Het lukt niet vlekkeloos maar goed genoeg. Dat kleine stukje wat niet helemaal vast zit smokkel ik gewoon een beetje en zet ik alsnog vast met de hand. Nobody is perfect toch?

Nu de mouw afgewerkt is kan deze ingezet worden volgens de normale patroon uitwerking. Ook hierin zitten rimpels. Daar moet je trouwens niet van terugschrikken. Een rimpelmouw inzetten is echt niet moeilijk. Sterker nog omdat je wat meer speling hebt, misschien nog wel makkelijker als een gewone mouw. Tot slot nog een stapel knoopsgaten en knoopjes bevestigen en klaar is mijn blousje.

Het resultaat

Hier het resultaat; een heerlijk blousje voor het voorjaar; een tikkie truttig misschien. Volop rimpels, ruffles en korte pofmouwen; maar ik hou er van. Voor nu zal ik hem vooral nog met een vest of een jasje dragen, maar hopelijk snel met blote armen op een zonnig terras!