Zoals ik vorige week al vertelde, ben ik weer teruggegaan naar de basis om mijn nieuwe machine, de BERNINA 380, te leren kennen. Dus na de kraamcadeautjes was het nu de beurt aan de kussenhoesjes. Sowieso hard nodig, heerlijk om zo snel even het huis een andere uitstraling te geven! Ik gebruikte een stofje van Ikea, waar ook de 50×50 binnenkussentjes vandaan kwamen.
Ook zin in zo’n snel en simpel project voor in huis? Hieronder heb ik stap voor stap beschreven hoe je dat kan doen!
Benodigdheden:
- Stof, geen tricot of stretch stof, gewoon geweven katoen of canvas werkt het beste. Voor een kussen van 50x50cm heb je een stuk stof van 50x125cm nodig. Gebruik je een andere maat kussen, dan kan je uitgaan van de breedte van je kussen x 2x de lengte van je kussen plus 20 à 25 cm. Voor mij was dat dus 2×50=100cm en dan nog 25cm er bij, dus 125cm.
- Garen, in een bijpassende kleur.
- Naaispullen: naaimachine, spelden, schaar of rolmes, strijkijzer.
- Een binnenkussen om je hoes omheen te doen. Ik gebruikte 50x50cm.
Allereerst zoom je de korte kanten van de stof om. Dit doe je door de stof eerst 1cm naar binnen (dus naar de verkeerde kant van de stof) te strijken, en dan nog eens 1cm naar binnen te vouwen en strijken. Dit is te zien op de twee foto’s hierboven. Als je dat prettig vindt kan je de zoom die je nu gestreken hebt vastspelden. Ik doe dat – uit luiheid – zo min mogelijk en deze stevige katoenen stof bleef ook vanzelf al mooi zitten na het strijken. Dat is echter niet met alle stoffen het geval, dus spelden kan handig zijn. Nog een klein lui handigheidje is om gebruik te maken van de zelfkant van de stof. Eén van de korte kanten had ik aan de zelfkant geknipt, de dikke geweven rand van de stof, die niet rafelt. Die kant komt aan de binnenflap van het kussen hoesje en omdat de zelfkant niet rafelt, hoef je die ook niet om te zomen of af te werken. Het is niet aan te raden om dit bij kledingstukken te doen, omdat een zelfkant nog wel eens raar kan gaan “trekken”, maar bij een kussenhoesje durf ik die gok wel te nemen.
Vervolgens stik je de zoom vast met een rechte steek, steek nummer 1, op iets minder dan 1cm van de rand af. Ik gebruikte de standaard steeklengte 2.5. Op de naaldplaat, het grijze metalen plaatje onder de voet van de naaimachine, staan handige strepen om te zorgen dat je ook steeds op dezelfde afstand tot de rand blijft en niet gaat slingeren.
Leg de stof dan voor je neer, met de goede kant van de stof naar boven, en vouw één korte kant 50cm (of de maat van je kussen) omhoog. De stof ligt nu dus met de goede kanten op elkaar en aan de bovenkant steekt een flap van 25cm uit. Die flap is ook de kant met de zelfkant!
Vouw nu de flap naar beneden, over de dubbele stof heen. Speld de randen vast.
Naai nu de twee zijnaden, weer met dezelfde rechte steek die je eerder voor de zoom gebruikte en op 1cm van de rand af. Je stikt dus een deel door drie lagen stof en een deel door twee lagen. Vergeet niet om aan begin en eind van de naad af te hechten door een paar steken heen en weer te naaien!
Om de rafelige randen af te werken, naai je vervolgens bij beide naden met een zigzagsteek, steek nummer 2, pal langs de rand van de stof. Ik gebruikte lengte en breedte 3 hierbij, een grove zigzag. Dit voorkomt dat de stof uit gaat rafelen.
Strijk je werk, keer netjes binnenstebuiten en strijk nogmaals. Doe het hoesje om een kussen en ga door met de volgende!
Als je de flap om de beide stoffen heen vouwt, dan stikt en daarna keert, ziet het er aan de binnenkant netter uit
Dank voor je reactie Kate! Ik denk dat je hetzelfde bedoelt, ik vouw eerst het echte hoesje, met de goede kanten op elkaar, en dan de flap daar weer overheen. Toen ik net begon met naaien heb ik de flap ook weleens teruggevouwen, maar dat wordt inderdaad niet zo netjes, dan steken er rafelrandjes naar buiten…