Paspop Annabel is een grote hulp. Niet dat ik aldoor alleen maar bezig ben met het maken van kleding, want ik maak heel veel werkstukken/projecten van patchwork, quilten en machinaal borduren, maar áls ik dat doe, gebruik ik haar om delen van het kledingstuk op te spelden maar ook om kledingstukken te bekijken, hoe alles ‘valt’ en of het goed zit. Dit keer heb ik haar erbij gehaald, om kant-en-klare spijkerjasjes te bekijken, die ik – al dan niet in opdracht – helemaal ga veranderen*.

Alle jasjes worden eerst gewassen (dat heb je in het artikel over ‘Denim’ van 24 augustus jl. kunnen zien) en volledig gedroogd. Zo heb ik een zwart spijkerjasje over Annabel heen gelegd: ik zie nu hoe getailleerd het is en bekijk naden en zakken. Belegdelen zijn groot en willen nog wel eens omslaan: dat staat slordig en daar ga ik wat aan doen.

Ook op de rug van het jasje let ik op de ‘snit’: loopt allemaal mooi getailleerd. Veel kapnaden die het jasje het zo bekende jeans-effect meegeven.

Nog een jasje om te bekijken voordat ik het ga veranderen: het is nog wat kreukelig na het wassen. Ik strijk het nog niet, omdat ik eerst ga bekijken wat ik allemaal ga veranderen. Soms haal ik jasjes compleet uit elkaar, om het met delen van andere jasjes of andere stoffen weer opnieuw in elkaar te zetten.

Ook hierbij de rug bekeken: leuk detail dat achter onderop splitjes zitten. Wel merkte ik dat de inslag van de splitjes steeds omgevouwen waren, waardoor zo’n split omhoog komt. Ze zijn ook kort: ook weer een aandachtspunt om te wijzigen.

Zo gebruik ik Annabel om allerlei jasjes en gilets te bekijken. Ik maak aantekeningen per jasje over aandachtspunten en wat ik er eventueel mee wil doen. Dat laatste kan nog afhangen van een opdrachtgeefster, als zij een bepaalde stijl wil hebben van zo’n ‘customized’ jasje, tenzij ik al een idee heb en het uitvoer. Ik merk dat een uniek jasje altijd wel gewild is, wat ik er ook van maak. De maat is natuurlijk wel bepalend of iemand zo’n jasje aan kan hebben of niet…

Bij het bekijken van spijkerjasjes (en spijkerbroeken) zie je de opvallende kapnaden. Dubbel stiksel over dikke naden geven niet alleen een decoratief uiterlijk, maar zijn ook heel functioneel: extra sterk, ondanks vele bewegingen die de oorspronkelijke werkkleding nodig had zonder dat naden uit konden scheuren.

Rechte kapnaden zijn dik, maar wat te denken van kruisende kapnaden… die zie je bij het kruis van een spijkerbroek, maar ook hier bij dit schouderpasje van een van de jasjes. Gelukkig kan de BERNINA 770QE dit allemaal aan; rustig werken is wel altijd belangrijk.

Kapnaden worden gebruikt bij rechte naden, en soms bij licht gebogen naden, zoals je op de afbeelding hierboven kunt zien. Bij scherpe rondingen kun je ze niet gebruiken, dan werk je met gewone naden die je eventueel met dubbel stiksel kunt verstevigen. Mijn tekening hierboven geeft in grote lijnen aan hoe zo’n naad verloopt. Meestal gebruik ik dikker naaigaren voor bovenop en dunner naaigaren onderop, waarbij ik de steeklengte iets vergroot: dat geeft niet alleen een leuk siereffect maar maakt de naad sterker. Andere keren gebruik ik normaal naaigaren voor beide kanten, net wat het effect moet zijn.

Maak Kapnaad of jeans naad: Stik op de goede kant van de stof, naadtoeslag 1,5 cm. Gebruik de maten/aanwijzingen op je steekplaat om deze breedte te verkrijgen tijdens het naaien. Je ziet op de afbeelding hierboven het dikke garen dat ik bovenop de machine heb gezet. Het stiksel met dun garen ligt nu onderop = straks de binnenkant van naad.

Strijk de naden open: ik doe dat met mijn duim/nagels, dat blijft prima zitten. Ik heb het proeflapje zodanig neergelegd dat aan de linkerkant het dikke stiksel zit en aan de rechterkant het dunne stiksel.

Knip de naadtoeslag die naar de achterkant van het kledingstuk wijst tot op ca. 1/3 van de totale breedte af = waar het dunne stiksel zit.

Sla de andere naadtoeslag om de bijgeknipte kant heen en rijg of speld dit vast. Je ziet het dikke stiksel duidelijk zitten.

Stik nu over de omgevouwen, vastgeregen/vastgespelde rand door alle lagen heen. Strijk de naad eventueel plat. Kijk uit met de hitte van de strijkbout als je stretch jeansstof/denim gebruikt: daar zit een bepaald percentage Polyester en Elasthaan in, om de stof rekbaar te maken. Wat wel betekent dat je dit soort stof niet zo heet kunt strijken als pure jeansstof/denim van 100% katoen. Op de goede kant zie je twee evenwijdige stikstels. De naad is nu extra sterk en decoratief.

En dan ga ik natuurlijk vanalles uitproberen, wat ik nog meer met zo’n naad kan doen: bijvoorbeeld een zigzagsteek ipv. een stiksteek over de omgevouwen naad. Wel heb ik de naadtoeslag breedte vergroot naar 2,0mm, omdat ik de zigzagsteek de ruimte wilde geven. Zo maak ik allemaal proeven om te zien wat er mogelijk is. Belangrijk is dat er rustig gewerkt wordt: zeker als je met bv. siersteken gaat werken. Niet alle siersteken zijn geschikt om over zo’n kapnaad te zetten: de naad is immers extra dik. Gelukkig kan ik bij bv. persvoetje 1D het Dual Transport gebruiken, waardoor de stof makkelijker onder de machine doorloopt. Maar zelfs met het Open Borduurvoetje #20C lukte het prima, omdat ik heel langzaam werkte.

De proeflapjes bewaar ik in een map/mijn archief met wat aantekeningen erbij. Dan kan ik snel weer terugvinden als ik aan het customizen ga.

Groetjes

Sylvia Kaptein
www.sylviasartquilts.nl

*Van ‘oude’ spijkerjasjes maak ik bijzondere ‘nieuwe’ exemplaren, die uniek zijn. De spijkerjasjes worden ‘kunstwerken’, met applicaties en quiltwerk, patchwork en (machinaal) borduurwerk, kralen en pailletten en meer schitterende versierselen: geen twee dezelfde. Landschappen en andere taferelen met bijzondere materialen maken elk jasje tot een bijzonder exemplaar. Omdat geen twee jasjes hetzelfde zijn, en ook de maten flink verschillen, kunnen ze op afspraak vantevoren bekeken en gepast worden. In de loop van dit najaar zul je ze op mijn website aantreffen.  Mail me via [email protected] om zo’n afspraak te maken.